Van jezelf houden – zo begin je ermee

Van jezelf houden en jezelf helemaal accepteren zoals je bent, geeft een stevige basis om de uitdagingen van het leven aan te kunnen. Je hebt meer zelfvertrouwen en bent minder afhankelijk van de mening en goedkeuring van anderen. Het is zelfs de sleutel voor meer geluk en blijdschap. Meer van jezelf gaan houden is niet van de ene op de andere dag een feit. Het is een proces dat stap voor stap gaat. Toch kun je het leren! In dit artikel lees je hoe je daar mee begint.
Van jezelf houden

Het is belangrijk voor een gelukkiger leven, aldus de wetenschap

Van jezelf houden en jezelf helemaal accepteren zoals je bent, geeft een stevige basis om de uitdagingen van het leven aan te kunnen. Je hebt meer zelfvertrouwen en bent minder afhankelijk van de mening en goedkeuring van anderen. Het is zelfs de sleutel voor meer geluk en blijdschap. In een onderzoek onder 5000 mensen (2014) moesten deze mensen zichzelf een cijfer geven op tien verschillende factoren. Uit eerder wetenschappelijk onderzoek bleken deze tien de belangrijkste factoren voor een gelukkiger leven te zijn. Vanuit deze tien stond zelfacceptatie op nummer 1 als belangrijkste factor voor het ervaren van meer geluk. De mensen in het onderzoek gaven zichzelf echter het laagste cijfer bij zelfacceptatie. Het is het belangrijkste voor meer geluk, maar het moeilijkste voor mensen om te doen. De vraag die de proefpersonen moesten beantwoorden was: hoe vaak ben je lief voor jezelf en vind je jezelf helemaal goed zoals je bent? Bijna de helft van deze 5000 mensen gaven zichzelf daarvoor minder dan een 5 (uit de cijfers 1 t/m 10). Maar 5% van alle proefpersonen gaven zichzelf een tien. Het was van alle factoren juist het punt waar mensen zichzelf het laagste cijfer gaven. Directeur van Action for Happiness, de initiatiefnemers van het onderzoek, Dr. Mark Williamson zei daarover: “Er wordt vanuit onze maatschappij een enorme druk uitgeoefend om succesvol te zijn en onszelf dus constant met anderen te vergelijken. Hiervan voelen mensen zich ongelukkig en het versterkt ook angst en stress. De resultaten uit dit onderzoek helpen ons zien dat als het ons lukt om te leren om meer van onszelf te houden en onszelf meer te accepteren zoals we zijn, de kans heel groot is dat we ons gelukkiger voelen.”

Zelfacceptatie staat op nummer 1 als belangrijkste factor voor het ervaren van meer geluk.

De eerste stap om van jezelf te houden

Meer van jezelf gaan houden is niet van de ene op de andere dag een feit. Het is een proces dat stap voor stap gaat. Bepaalde gedragspatronen kunnen een teken zijn dat je weinig zelfliefde hebt, bijvoorbeeld verslavingen aan eten, roken of alcohol. Uitstelgedrag vertonen. Depressief zijn of je nooit goed genoeg voelen. Uit onderzoek (2009) is gebleken dat je zelfvertrouwen opvijzelen niet werkt, dus jezelf vertellen dat je mooi bent, goed bent, leuk bent. Omdat de meeste mensen dit diep van binnen toch niet geloven. Wat wel werkt: compassie naar jezelf toe. Het gaat er dus niet om jezelf te vertellen hoe geweldig je bent, het gaat om jezelf vergeven als je dat niet zo voelt. Vanuit dit onderzoek blijkt wel dat compassie hebben naar jezelf en zelfvertrouwen vaak samen gaan. Als je compassievol bent heb je vaak ook meer zelfvertrouwen dan wanneer je erg kritisch bent naar jezelf toe. Zelfvertrouwen en zelfcompassie zorgen beiden voor minder depressie en juist meer geluk, optimisme en positieve emoties. Maar alleen zelfcompassie zorgt voor minder angst en stress, aldus dit onderzoek. De onderzoekers stellen dat dit komt omdat mensen met zelfcompassie geen moeite hebben om zich kwetsbaar op te stellen en over hun gevoelens te praten en hun zwakke kanten te erkennen. De proefpersonen uit het onderzoek die wel veel zelfvertrouwen, maar weinig compassie naar zichzelf hadden, die hadden net zoveel angst en stresslevels dan de proefpersonen die weinig zelfvertrouwen hadden.

Wanneer je compassie voelt naar jezelf, heb je minder last van schuld of schaamte als er iets ‘niet goed’ gaat. Uit onderzoek blijkt zelf dat zelfcompassie zorgt voor minder uitstelgedrag. Een van de onderzoeksters Dr. Kristin Neff schreef over al haar onderzoeken naar zelfcompassie een boek. Maar hoe doe je dat nou, meer compassie voor jezelf hebben? De eerste stap is: vriendelijk tegen jezelf praten! De eerstvolgende keer dat je die kritische stem hoort in jezelf, herformuleer je gedachten dan tot positieve, vriendelijke en liefdevolle gedachten. En vergeef jezelf dat je zo kritisch bent. Dit is een van de meest effectieve manieren die wordt ingezet bij de Amerikaanse marine om de zware trainingen en beproevingen vol te houden. Wanneer je bijvoorbeeld een zak chips hebt opgegeten of te veel koekjes, dan komt daarna waarschijnlijk die innerlijke criticus voorbij. Bedenk op dat moment hoe je beste vriend of vriendin tegen je zou praten of misschien wel je liefdevolle oma. Die zou zeker niet zo streng en zelf afwijzend zijn, maar vast iets liefs zeggen, en compassie tonen om de reden dat je behoefte had aan dat lekkers. Ze zou liefdevol uitleggen dat lief voor jezelf zijn ook lekker gezond eten is, zodat je goed in je vel zit en maximale energie hebt. En misschien zou ze je uitnodigen om een flinke wandeling te maken zodat je je weer beter voelt. Dus elke keer als die strenge innerlijke stemmen weer aan het woord zijn, vervang je ze bewust door het liefdevolle advies van oma. Visualiseer je oma desnoods, alsof ze het echt tegen je zegt. En vergeef jezelf regelmatig.

Van jezelf houden.

Werken aan een positief zelfbeeld

Wat als we onszelf helemaal accepteren met zelfcompassie en alle zogenaamde schoonheidsfoutjes er mogen zijn? Naar deze vraag keken wetenschappelijke onderzoekers in 2014. Het bleek dat als we onszelf liefdevol, zacht en vergevingsgezind benaderen (zoals we dat naar een lieve vriend of vriendin zouden doen), dit een zeer positief effect zou hebben op ons zelfbeeld. In dit onderzoek vroegen de onderzoekers 153 vrouwelijke studenten om vragen te beantwoorden over hun lengte, gewicht, zelfbeeld en lichaamsbeeld en eetgewoontes. Ook moesten ze aangeven hoeveel zelfcompassie, zelfvertrouwen ze hadden. Het bleek dat vrouwen met veel zelfcompassie een positiever zelfbeeld hadden ongeacht hun BMI (Body Mass Index). Vrouwen die hun imperfecties accepteerden bleken ook beter bestand tegen verschillende tegenslagen in het leven. Uit onderzoek (2014) blijkt dat meer dan de helft van de Nederlandse vrouwen ontevreden is met haar uiterlijk, een laag zelfbeeld heeft en meer dan een derde wordt steeds kritischer naarmate ze ouder worden. Uit dit onderzoek blijkt dat je in de spiegel vooral ziet hoe je je voelt, in plaats van hoe je er echt uitziet. Die ontevredenheid zou dus vooral een weerspiegeling zijn van je gemoedstoestand. Door je dit bewust te worden kun je emoties en je spiegelbeeld gaan loskoppelen, waardoor je het beeld in de spiegel, met compassie, steeds meer gaat zien zoals het écht is. Wat helpt is om je focus bewust te verschuiven van dat wat je allemaal niet mooi vindt, naar alles wat je wel mooi vindt aan jezelf. Of zie het positieve van iets wat je minder mooi vindt, bijvoorbeeld je benen die misschien op dit moment te vol, te kort of juist te mager zijn, maar wel veel kracht in zich hebben en je elke dag vooruit helpen. Als je meer gaat accepteren wat je wel hebt, en minder aandacht geeft aan wat je niet hebt of wat je niet mooi vindt, zul je ook acceptatie gaan uitstralen en dat maakt je aantrekkelijk.

Onderzoekers: beweeg meer en ga daardoor meer van jezelf houden

Uit het onderzoek van Action for Happiness bleek ook dat mensen zichzelf een laag cijfer gaven voor de hoeveelheid fysieke activiteit op een dag. En dat terwijl meer bewegen ook een wetenschappelijk bewezen factor is voor meer geluk. Bijna de helft gaf zichzelf voor de vraag: ‘hoe vaak ben je tenminste een half uur per dag fysiek actief’ een 5 of minder en het gemiddelde cijfer van alle 5000 proefpersonen was een 5.8 vanuit 10. Action for Happiness werkte voor dit onderzoek samen met de stichting Do Something Different. Professor Karen Pine is psycholoog verbonden aan de Universiteit van Hertfordshire en mede oprichter van deze stichting: “Dit onderzoek laat duidelijk zien dat als we oefenen met zelfacceptatie dit een groot verschil kan maken in het ervaren van levensgeluk. Sporten en bewegen staat er ook om bekend onze stemming te verbeteren en ons blijer te maken. Dus als mensen een gemakkelijke dagelijkse oplossing zoeken om zich beter en gelukkiger te voelen, dan zou meer fysieke beweging een dagelijkse gewoonte moeten worden.” Bovendien zorgt sporten voor meer zelfvertrouwen, een groter gevoel van kracht en meer zelfacceptatie. Uit een analyse van 57 onderzoeken over de effecten van sport en lichaamsbeweging (2009) is gebleken dat sporten en bewegen ook je zelfbeeld verbetert. Uit deze onderzoeken bleek dat het niet de resultaten zijn die zorgen voor een beter zelfbeeld, maar het sporten en bewegen zelf. Het doet er voor je zelfbeeld, zelfacceptatie en zelfliefde dus niet toe of je ook echt resultaten bereikt en fitter wordt. Uit deze analyse kwam dat het zelfbeeld van sportende mensen altijd verbetert! Zelfs wie nooit werkelijke resultaten zou hebben kijkt toch met meer voldoening naar zijn lichaam. Dit effect is nog iets groter bij vrouwen en ook oudere mensen vonden nog sneller dan jongeren dat ze er beter gingen uitzien nadat ze gingen sporten. Voor een beter zelfbeeld is het dus niet van belang welke sport je kiest en hoe intens je die beoefent, maar regelmaat en frequentie zijn echter wel heel belangrijk.

Van jezelf houden_

Zelfacceptatie kun je oefenen en leren: 5 tips

Van jezelf houden kun je echt leren en oefenen. Deze tips helpen je op weg.
1. Doe net zo lief tegen jezelf als je tegen anderen zou doen.
2. Zie je fouten of mislukkingen als kansen om te groeien.
3. Geef aandacht aan de dingen die je wel goed hebt gedaan, goed doet of leuk vindt aan jezelf. Schrijf bijvoorbeeld elke avond vijf successen op (klein of groot) of 5 dingen waar je dankbaar voor bent.
4. Vraag aan een aantal vrienden of collega’s die je vertrouwt wat zij aan jou waarderen en wat je sterke kanten zijn. Laat dit ook echt binnenkomen en schrijf deze kwaliteiten op zodat je het regelmatig kunt nalezen.
5. Neem regelmatig wat rust en tijd voor jezelf, tijd waarbij je even naar binnen keert en zo meer innerlijke rust kunt vinden.

Jij bent de enige persoon in je leven die 24/7 beschikbaar is om aardig en lief voor jezelf te zijn. Probeer dat zoveel mogelijk te doen.

Referenties
– Williamson M. Self-acceptance could be the key to a happier life, 2014, Medical News Today
– Hausenblas H et al. Effects of Exercise Interventions on Body Image, A Meta-analysis. J Health Psychol September 2009 vol. 14 no. 6 780-793
– Dr. Kristin Neff, Self-Compassion: Stop Beating Yourself Up and Leave Insecurity Behind, 2011 HarperCollins
– Neff K, Vonk R. Self-Compassion Versus Global Self-Esteem: Two Different Ways of Relating to Oneself. Jounal of Personality Volume 77, 2009.
– Time.com
– Kelly A, Vimalakanthan K. Self-compassion moderates the relationship between body mass index and both eating disorder pathology and body image flexibility. Body Image, Volume 11, 2014.
– Representatief onderzoek in opdracht van Dove, in april 2014 uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeksbureau onder 564 Nederlandse vrouwen tussen 18 en 64 jaar. Het onderzoek in Nederland is een herhaling van het wereldwijde onderzoek uit 2014 dat is uitgevoerd onder 7.963 vrouwen tussen 18 en 64 jaar in Amerika, Canada, Mexico, Brazilië, Argentinië, Groot-Brittannië, Duitsland, Italië, India, China, Thailand, Filippijnen, Saoedi-Arabië, Zuid-Afrika, Indonesië en Frankrijk en Rusland.

Motivatie om te gaan Afvallen, waar haal je het vandaan?

Je wilt graag afvallen of lekkerder in je vel zitten, maar bent niet gemotiveerd waardoor je steeds weer naar iets lekkers grijpt. Een dieet is dan ook moeilijk vol te houden en altijd tijdelijk. Alleen als je je dagelijkse routines verandert, op een manier die prettig en aanvaardbaar is, kun je blijvend een gezonde levensstijl verankeren en zul je ook afvallen. Dat lijkt misschien een hele opgave, maar stap voor stap een nieuwe gewoonte aanleren is gemakkelijker dan je denkt. Lees in dit artikel hoe je de motivatie vindt om dit te doen. Zodat je gezonder wordt, gewicht verliest en meer energie krijgt.
Motivatie afvallen

Een dieet is niet de juiste manier om af te vallen

Lijnen is wereldwijd een veelvoorkomende bezigheid, maar het is geen goede manier om af te vallen. Het vergt veel wilskracht en je houdt het een tijdje vol, waarna je weer ‘gewoon gaat eten’ en snoepen, en zo kom je weer aan. Diëten leidt tot jojoën. Uit een meta-analyse in 2007 van al het onderzoek dat is gedaan naar diëten op basis van minder calorieën of te vermijden voedingsmiddelen blijkt dat er nauwelijks bewijs bestaat dat een dieet zelf gezondheidsvoordelen oplevert, terwijl er steeds meer aanwijzingen zijn dat lijnen schadelijk is. Gezondheidspsycholoog Kelly McGonigal beschrijft in haar boek ‘De kracht van Wilskracht, hoe zelfbeheersing werkt en wat je eraan kunt doen’ meerdere langlopende onderzoeken waaruit blijkt dat het jojo-effect leidt tot een hogere bloeddruk, een ongezond cholesterolniveau, een slechter werkend afweersysteem en een grotere kans op een hartaanval, beroerte, diabetes en sterfte aan andere oorzaken.

Motivatie heeft alles te maken met je mindset

Bij een dieet kun je een heel streng regime een tijdlang volhouden op pure wilskracht en discipline. Je bereikt dan tijdelijk je doel van slank zijn, maar je kunt het niet volhouden, want deze aanpak put je mentaal uit. Een echte verandering van je levensstijl krijg je alleen voor elkaar door stap voor stap nieuwe gewoontes te laten inslijten in je dagelijks leven. En door tegelijk te werken aan een goede geestelijke balans en aan zelfvertrouwen. Focus op wat er wel goed is in je leven. Maak er een gewoonte van om elke avond terug te kijken op alle goede dingen van de dag. Niemand is ooit ’s morgens opeens slank wakker geworden. Jouw huidige uiterlijk en gezondheid zijn het resultaat van een jarenlang volgehouden levensstijl. Dus dat verander je niet in één keer. Heb geduld met jezelf, want tegelijk alles in één keer veranderen is niet mogelijk. Alleen als je stap voor stap je dagelijkse routines verandert, op een manier die prettig en aanvaardbaar is, kun je blijvend een gezonde levensstijl verankeren en zul je ook afvallen. Motivatie om af te vallen heeft vooral te maken met mindset. Het einddoel zou niet ‘slank zijn’ moeten zijn, maar met jezelf op reis gaan naar een andere levensstijl.

Jezelf iets verbieden werkt averechts, aldus de wetenschap

Uit verschillende onderzoeken (o.a. 2007 en 2005) is gebleken dat jezelf iets verbieden, bijvoorbeeld dikmakend eten, juist de reden is waarom een dieet niet werkt. De wetenschap heeft bewezen dat verbieden van bepaald voedsel automatisch leidt tot hunkeringen. Uit een van de onderzoeken bleek dat vrouwen die tijdens een smaaktest een week lang geen chocolade mochten eten, juist enorm trek kregen in chocolade. Ze aten uiteindelijk twee keer zoveel chocolade-ijs, -koekjes en –taart als de vrouwen in het onderzoek die niets werd ontzegd. Dit effect is niet lichamelijk, maar psychisch. Hoe harder je probeert een bepaald voedingsmiddel uit te bannen, hoe meer je er in je hoofd mee bezig bent, aldus deze onderzoeken. McGonigal beschrijft in haar boek dat veel lijners de illusie hebben dat het helpt om gedachten aan eten te onderdrukken, omdat dit hun lijkt te lukken. Dat wil zeggen, het lijkt ze in eerste instantie te lukken. Omdat het mogelijk blijkt een gedachte tijdelijk te verdringen, gaan we ervan uit dat dit in wezen een goede strategie is. Wanneer we onze gedachten en ons gedrag toch niet kunnen beheersen, leggen we dan uit als bewijs dat we het niet hard genoeg geprobeerd hebben. Maar eigenlijk werkt het ‘verdringen’ gewoon niet. Omdat we ons dat niet bewust zijn gaan we het nog harder proberen, met een vicieuze cirkel als gevolg.

Jezelf niets verbieden en toch afvallen, hoe kan dat dan?

Onszelf iets ontzien leidt dus juist tot hunkeringen, maar wat doe je er dan mee als je ze niet verdringt? Het antwoord volgens onderzoek in 2007 is: deze gedachten en hunkeringen toelaten. Dit onderzoek werd gehouden onder 100 studenten die twee etmalen lang overal waar ze naar toe gingen doorzichtige dozen chocolaatjes bij zich moesten dragen met daarbij de opdracht dat ze geen enkel chocolaatje (uit de doos of andere chocolade) mochten eten. De chocolade was gemarkeerd, zodat ze ook niet vervangen kon worden als iemand ze stiekem toch had gegeten. De onderzoekers stuurden de proefpersonen niet helemaal ongewapend de strijd in, maar gaven ze advies over het omgaan met verleidingen. Een deel van de proefpersonen kreeg het advies afleiding te zoeken als ze zin in een chocolaatje kregen. Deze groep kreeg ook het advies om op zo’n moment met zichzelf in discussie te gaan. Als ze bijvoorbeeld dachten: goh, wat zien die chocolaatjes er lekker uit, ééntje maar, meer niet! dan moesten ze in plaats daarvan proberen te denken: je mag geen chocolade eten en je hebt er ook helemaal geen behoefte aan. Deze groep moest dus doen wat de meeste mensen doen die hun eetlust in bedwang willen houden.

Een andere groep kreeg van de onderzoekers informatie over de vicieuze cirkel en zij moedigden hun studenten aan om gedachten aan chocolade en chocolade eten niet te verdringen, maar in plaats daarvan bewust waar te nemen wanneer ze ernaar hunkerden, al hun gedachten en gevoelens bij chocolade te accepteren, en tegelijkertijd te bedenken dat ze daar niet naar hoefden te handelen. Ze hoefden niet meer hun gedachten te beheersen, alleen nog hun gedrag.
Zij kregen het volgende advies.

  1. Merk op wanneer je aan de verleiding denkt of een hunkering voelt.
  2. Aanvaard de gedachte of het gevoel zonder jezelf meteen te willen afleiden of vermanend toe te spreken.
  3. Neem afstand door jezelf voor te houden dat gedachten en gevoelens zich niet altijd laten beheersen, maar dat je zelf kunt bepalen of je ernaar handelt of niet.
  4. Denk aan je doel. Breng je goede voornemens in gedachten, wat dat ook mag zijn, zoals de studenten die hadden afgesproken beslist geen enkel chocolaatje uit de doos te eten.

Accepteer je hunkeringen

Tijdens de achtenveertig uur durende beproeving van hun wilskracht hunkerden de studenten die ophielden hun gedachten te beheersen, het minst vaak naar chocolade. Opvallend genoeg hadden juist de mensen die doorgaans de minste zelfbeheersing toonden als het op eten aankwam, de meeste baat bij acceptatie. Deze studenten hadden er geen baat bij als ze afleiding moesten zoeken of met zichzelf in discussie moesten gaan. Maar als ze ophielden hun gedachten te verdringen, werd de chocolade minder verleidelijk en veroorzaakte het feit dat ze meegedragen moesten worden zonder dat ze ervan mochten eten veel minder stress. Geen enkele student die de acceptatiemethode toepaste heeft een chocolaatje genomen, hoewel ze toch twee dagen lang onafgebroken met de belofte van beloning waren geconfronteerd. McGonigal legt in haar boek uit dat zulke onderzoeken ook jou kunnen helpen: “Ik hoor vaak van cursisten dat hun zelfbeheersing groter wordt als ze zich een bepaald onderzoek voor de geest halen, of zelfs de proefpersonen bij dat onderzoek. Als een onderzoek jou speciaal is bijgebleven, denk er dan aan wanneer je in de verleiding wordt gebracht.”

Maak er een nieuwe gewoonte van (en dat is gemakkelijker dan je denkt)

De Amerikaanse psycholoog Roy Baumeister heeft veel onderzoek gedaan naar zelfrespect en doorzettingsvermogen. Hij ontdekte dat doorzettingsvermogen letterlijk energie kost. Vooral mensen die een vast levensritme hebben met regelmatige gewoontes, houden genoeg energie paraat om zichzelf over hun eigen weerstand heen te zetten. Mensen die voldoende slapen, goed eten en op tijd relaxen, houden meer kracht over om zichzelf op moeilijke momenten ergens doorheen te krijgen. Overigens werkt het niet als iemand te veel goede voornemens tegelijk wil realiseren. Een waslijst aan goede voornemens is gedoemd om te mislukken, blijkt uit alle experimenten. Begin ergens en doe dat goed. Neem een volgende stap als je daar klaar voor bent. Verandering van levensstijl gaat beter als je die stap voor stap plant en uitvoert. Uit onderzoek van het Self-regulation Laboratory van de Universiteit van Utrecht blijkt dat echte doorzetters leven in een vast patroon met veel automatismen. Al die ingesleten gewoontes kosten geen inspanning meer: gedachteloos voer je ze uit, zodat je energie overhoudt voor andere, nieuwe beslissingen en voor de moeilijke en verleidelijke momenten als je extra motivatie nodig hebt.

Er is een bepaalde periode nodig om een nieuwe gewoonte te laten inslijten, daarna wordt het een automatisme en wordt het juist moeilijker om die nieuwe gewoonte niet te volgen. Je hebt na die periode veel minder zelfdiscipline nodig, zo blijkt uit onderzoeken. Een onderzoek gepubliceerd in European Journal of Social Psychology toont bijvoorbeeld aan dat het tussen de 18 en 254 dagen duurt om een nieuwe gewoonte aan te leren, afhankelijk van de gewoonte. Met een gemiddelde van 66 dagen. Toch adviseren veel wetenschappers en experts om in eerste instantie 30 dagen aan te houden voor het aanleren van een nieuwe gewoonte. Scott Young schreef er een boek over ‘How to Change a Habit’ en legt in dat boek uit dat dit een periode is waarbij je uitstekend je focus en concentratie kunt vasthouden. Je zult het niet bij voorbaat al opgeven omdat de periode te lang is. Zo kun je een verandering, bijvoorbeeld door meer te bewegen of je voedingspatroon aanpassen, gemakkelijker volhouden. Na dertig dagen kun je opnieuw kijken of je ermee door wilt gaan, en er is een grote kans dat het dan al automatisch gaat. Als het nog niet automatisch gaat kun je het nog een periode van 30 dagen volhouden tot het een ingesleten gewoonte is geworden. Daarbij is het belangrijk om je doel specifiek en concreet te maken. Dus niet ‘meer bewegen’, maar drie keer in de week 20 minuten HITT training doen. Niet ‘vijf kilo afvallen’, maar bijvoorbeeld elke dag ontbijten met een groene smoothie.
Na een periode van bijvoorbeeld dertig dagen zal je wilskracht sterker worden en is het gemakkelijker om motivatie te vinden.

Baumeister stelt in zijn boek dat je wilskracht ‘net als een spier’ kunt ontwikkelen en trainen. Als je het dertig dagen hebt volgehouden dan is je wilskracht al vergroot, je traint op die manier als het ware je wilskracht alsof het een spier is. En meer motivatie is daarvan het gevolg.

Motivatie afvallen 2

Motivatie om te gaan afvallen: verander je drijfveer en je mindset!

Het is belangrijk dat je motivatie meer van binnenuit komt. Misschien dacht je eerst over iets lekkers: ‘Ik wil het wel, maar ik mág het niet’, maar waar je naar toe wilt is dat je denkt: ‘Ik mag dit wel (want ik voel me oké over mezelf, ik eet gezond en compenseer het wel weer), maar ik wil het niet. Het kost me mijn gezondheid.’ Daarnaast is het voor succes belangrijk om je focus te verleggen. Dat je aandacht (en energie) niet meer uitgaat naar wat je niet mag, maar dat wat je wel mag en hoe je dat wat je wel mag eten prettig en gezond kunt maken. Deze positieve insteek blijkt goed te werken, aldus onderzoeken in 2009 en 2010. De onderzoekers onderzochten een interventie waarbij werd gekeken naar wat mensen wel mochten eten. De deelnemers kregen geen lijst met verboden voedingsmiddelen, en ook werd er geen aandacht besteed aan het verlagen van calorie-inname. Er werd gekeken naar manieren om eten prettiger en gezonder te maken, en naar wat de deelnemers zelf kunnen doen om gezonder te leven, meer bewegen bijvoorbeeld. Kortom, een positieve insteek, in plaats van gerichtheid op wat allemaal niet mag. In plaats van hun eetlust te bestrijden, stellen ze zich ten doel gezonder te gaan leven.

Het blijkt uit de onderzoeken dat deze omkering werkt. Twee derde van de deelnemers is afgevallen en was na zestien maanden nog steeds op gewicht. Terwijl bij een dieet mensen vaak binnen zestien dagen alweer terug zijn bij af. De deelnemers gaven verder aan dat ze na afloop van het programma minder naar eten hunkerden en minder snel hun zelfbeheersing verloren in omstandigheden waarbij meestal te veel gegeten wordt, zoals feesten of periodes vol stress. Een belangrijk resultaat was dat juist de vrouwen die zich het meest flexibel gingen tonen tegenover eten, het meest afvielen. Stoppen met dingen verbieden gaf hen meer, niet minder controle over hun eetgedrag.

Verander ‘ik mag niet’ in ‘ik mag wel’

Gezondheidspsycholoog Kelly McGonigal geeft in haar boek drie waardevolle stappen voor meer motivatie en wilskracht als je wilt afvallen.

  1. Waardoor zou je je slechte gewoonte kunnen vervangen? Iets wat net zo goed je onderliggende behoefte of wens bevredigt.
    De meeste slechte gewoontes zijn manieren om in een behoefte te voorzien: stress verminderen, plezier maken, emoties niet voelen of goedkeuring krijgen bijvoorbeeld. Kijk eens op een andere manier naar je slechte gewoonte. Probeer deze niet te verbieden, maar te vervangen door iets anders (iets wat wel gezond is).
  2. Wat zou je in plaats van je slechte gewoonte kunnen doen?
    Slechte gewoonten kosten meestal energie en soms ook tijd, en die energie en tijd kun je ook aan iets anders besteden. Bedenken wat je allemaal had kunnen doen, werkt soms veel motiverender dan proberen van je slechte gewoonte af te komen. Als je in plaats van die slechte gewoonte iets gaat doen wat je echt heel leuk vindt bijvoorbeeld. Misschien (gezond) leren koken of een andere cursus of workshop.
  3. Kun je ‘ik mag niet’ of ‘ik zal niet’ zo formuleren dat het een ‘ik mag wel’ of ‘ik zal’-uitdaging wordt?
    Gedrag kun je altijd van twee kanten bekijken. Een van de cursisten van Kelly herformuleerde ‘niet te laat komen’ als ‘vijf minuten te vroeg zijn’ of ‘als eerste aanwezig zijn’. Dat lijkt misschien geen groot verschil, maar hij merkte dat hij veel gemotiveerder was, en minder vaak te laat. Dit kun je natuurlijk ook toepassen op je gezondheidsdoelen.

Als je deze tips toepast, concentreer je dan een week op positieve stappen in plaats van op verboden. Bekijk aan het einde van de week of je het met deze nieuwe benadering beter of slechter hebt gedaan dan met je oorspronkelijke aanpak. Als je je concentreert op wat je wel wilt, en niet op wat je niet wilt, vermijd je het gevaar dat je opgeeft en in die vicieuze cirkel terecht komt. Bovendien ben je op die manier veel liever voor jezelf en daardoor heb je meer motivatie om dat te doen waarvan jij je fit, gezond en energiek voelt.


Referenties
– Kelly McGonigal, Wilskracht, Hoe zelfbeheersing werkt en wat je eraan kunt doen, 2012, Uitgeverij Nieuwezijds.
– Hill A.J. The Psychology of Food Craving. Proceedings of the Nutrition Society 66, 2007.
– Polivy J, Coleman J et al. The Effect of Deprivation on Food Cravings and Eating Behavior in Restrained and Unrestrained Eaters, 2005. International Journal of Eating Disorders 38: 301-09.
– Forman E.M, Hoffman K.B et al. 2007. A Comparison of Acceptance and Control Based Strategies for Coping with Food Cravings: An Anagalog Study. Behaviour Research and Therapy 45: 2372-86.
– Roy F. Baumeister en John Tierney, Wilskracht, 2009 Uitgeverij Nieuwezijds.
– Provencher V, Begin C et al. Health at every size and eating behaviours: 1 year follow-up results of a size acceptance intervention, 2009. Journal of the American Dietetic Association 109: 1854-61.
– Gagnon-Girouard M.P., Begin C. et al. Psychological Impact of a Health at Every Size Intervention on Weight Preoccupied Overweight/Obese Women. Journal of Obesity 2010.

Is het onzin om verbonden te zijn met de aarde via een aardingsmat?

Met de aarde verbonden zijn, via een matje of door op blote voeten door de tuin te lopen. Het klinkt zweverig en raar. Toch blijkt uit wetenschappelijke bronnen dat ‘aarden’ goed is voor je gezondheid. In dit artikel lees je wat ‘aarden’ precies is en wat het in je lijf doet (met wetenschappelijke onderbouwing!). Ontdek hoe je zelf kunt aarden in je tuin of vanuit je woon- of slaapkamer en zo zorgt voor minder stress, minder stemmingswisselingen, een betere nachtrust en meer energie!

(meer…)

Calorieën tellen – Hoeveel moet ik eten?

Waarschijnlijk is calorieën tellen een van de oudste theorieën om af te vallen. Volwassen mannen, tussen de negentien en 50 jaar, ‘mogen’ gemiddeld zo’n 2.600 calorieën per dag binnenkrijgen. Vrouwen van dezelfde leeftijd moeten – omdat ze kleiner zijn en een andere lichaamsbouw hebben – wat rustiger aan doen met calorieën. Zij ‘mogen’ namelijk gemiddeld maar 2.050 calorieën per dag consumeren. (Voedingscentrum. (z.d.[1]). Calorieën tellen en afvallen door minder calorieën te eten, klinkt in eerste instantie logisch: in voeding zitten calorieën, eet je minder dan krijg je minder calorieën binnen, en als je minder calorieën binnenkrijgt zal je wel afvallen. Maar klopt dat wel? In dit artikel lees je of calorieën tellen wel zo nuttig is als het lijkt. (meer…)

Wat ze ons niet vertellen over TTIP

De laatste tijd lees je veel over TTIP, een verdrag waarmee de handel tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie gestimuleerd moet gaan worden. Vooral milieu- en consumentenorganisaties maken zich ernstige zorgen over dit verdrag, omdat zij bang zijn dat de Europese Unie daarmee de controle over de kwaliteit en veiligheid van onder meer onze voeding verliest. De Nederlandse overheid negeert die zorgen echter, en vertelt haar burgers nauwelijks wat nu eigenlijk de risico’s en gevaren van het handelsverdrag zijn. Om dit gebrek aan transparantie aan de kaak te stellen heeft de onafhankelijke consumentenorganisatie Foodwatch onlangs een open brief gestuurd aan de verantwoordelijke minister Liliane Ploumen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, waarin zij wordt opgeroepen volledig, open en eerlijk over TTIP te zijn en alle risico’s te communiceren. (meer…)

De weg van de minste weerstand: minder doen en meer bereiken!

Minder doen en meer bereiken, dat kan toch niet? Wij zijn dat in de westerse wereld niet gewend, bij ons leeft de overtuiging dat we altijd hard moeten werken om iets te bereiken. Toch is dat niet waar. De weg van de minste weerstand kiezen heeft niets te maken met lui zijn, het heeft alles te maken met je energie anders gebruiken zodat je die energie gaat overhouden om je doelen te bereiken. In dit artikel lees je hoe je de weg van de minste weerstand kunt volgen en zo meer kunt bereiken.
De weg van de minste weerstand

Wat is de weg van de minste weerstand?

Op Wikipedia staat: de weg van de minste weerstand is een traject van A naar B dat minder energie kost dan andere mogelijke trajecten van A naar B. In de natuur is dat heel duidelijk zichtbaar, de intelligentie van de natuur neemt altijd vanzelf de weg van de minste weerstand. Regenwater stroomt vanaf een berg naar de zee. Gras probeert niet te groeien, het groeit gewoon. Vissen proberen niet te zwemmen, ze zwemmen gewoon. Bloemen proberen niet te bloeien, ze bloeien. Vogels proberen niet te vliegen, ze vliegen. Dat is inherent aan de natuur. Het is de natuur van de aarde om rond te draaien, de natuur van de zon om te schijnen en de natuur van sterren om te stralen. Deepak Chopra gaat dieper in op de weg van de minste weerstand in zijn boek ‘De 7 spirituele wetten van succes & voor het vervullen van je dromen’. Hij legt uit dat in de vedische wetenschap, de eeuwenoude filosofie van India, dit principe het principe van efficiënt gebruik wordt genoemd, ofwel: doe minder en bereik meer. Dit zijn wij in de westerse wereld niet gewend, bij ons leeft de overtuiging dat we altijd hard moeten werken om iets te bereiken. De intelligentie van de natuur functioneert moeiteloos en spontaan en ook als mensen kunnen we die weg van de minste weerstand gebruiken en benutten.

In de vedische wetenschap, de eeuwenoude filosofie van India, wordt dit principe het principe van efficiënt gebruik genoemd, ofwel: doe minder en bereik meer!

Geen energie verspillen

Deepak Chopra stelt dat de voorwaarde voor de weg van de minste weerstand liefde is. Dus liefde voor jezelf, voor anderen en dat wat je doet. Volgende week schrijf ik een artikel over hoe je meer van jezelf kunt houden en hoe je daarmee begint. Als je streeft naar macht over andere mensen of streeft naar geld, perfectie of macht hebben, dan verspil je kostbare energie. Je streeft dan naar geluk in de toekomst, maar je hebt helemaal geen garantie dat je dat geluk ook daadwerkelijk voelt als je je doel hebt bereikt. Je streeft dus eigenlijk naar de illusie van geluk in plaats van dat je geniet van het geluk van het moment. Ik schreef er al over in het artikel over Dankbaarheid en de invloed op onze gezondheid, maar het streven naar geluk in de toekomst betekent voor sommigen ook dat het nu nog niet goed genoeg is. En dat is een gemakkelijke valkuil om in te trappen: ik ben nog niet waar ik moet zijn, ik heb nog niet het gewicht bereikt wat ik wil bereiken of het is nog niet goed genoeg dus ik moet nog harder werken, meer actie ondernemen en nog strenger voor mezelf zijn. Het ‘moeten’ wat er dan ontstaat kost veel energie en spanning. En als je spanning ervaart wil je op een gegeven moment weer ontspannen, en dat is het moment dat je vaak terugvalt in je oude levensstijl of eetpatroon. Want de weg van de minste weerstand betekent niet dat je je doelen niet meer hoeft te halen, het zorgt ervoor dat je vanuit rust en met meer energie en dus gemakkelijker je doel kunt bereiken.
Chopra beschrijft het lichaam als een apparaat om energie te reguleren: het kan energie opwekken, opslaan en verbruiken. Als je weet hoe energie op een efficiënte manier kan worden opgewekt, opgeslagen en verbruikt, dan kun je veel bereiken zonder dat het je te veel energie kost. Ego gerelateerde zaken als streven naar macht, perfectie of streven naar goedkeuring van anderen verbruiken de grootste hoeveelheid energie. Als je die energie anders gaat gebruiken, kun je veel gemakkelijker bereiken wat je maar wilt.

De weg van de minste weerstand betekent niet dat je je doelen niet meer hoeft te halen, het zorgt dat je vanuit rust en met meer energie en dus gemakkelijker je doelen kunt bereiken.

Minder doen en meer bereiken: hoe doe je dat dan?

Er zijn drie concrete dingen die je kunt doen om het principe van ‘minder doen en meer bereiken’ in de praktijk te brengen.
1. Acceptatie
Acceptatie betekent dat je je voorneemt dat je vandaag de mensen, situaties, omstandigheden en gebeurtenissen accepteert zoals ze zich voordoen. We gaan vaak uit van een ‘maakbare’ wereld, waarin je alles in eigen hand hebt, maar dat legt ook veel druk op je. Dat is deels waar, maar deels heb je niet altijd een keuze want sommige dingen gebeuren gewoon. Je kunt dan wel kiezen voor de manier waarop je op deze situatie reageert. Als je je tegen dingen verzet die eenmaal zo zijn, kost dat veel energie. Acceptatie kost altijd minder energie dan tegen iets vechten, al is het heus niet altijd gemakkelijk om die keuze te maken. Als je die keuze maakt accepteer je dingen zoals ze zijn, niet zoals je zou wensen dat ze zijn. Natuurlijk kun je wensen dat de dingen in de toekomst anders zijn, maar op dit moment moet je de dingen accepteren zoals ze zijn. En als je dingen kunt accepteren zoals ze nu zijn, ben je in staat verantwoordelijkheid te nemen voor je situatie en voor alle gebeurtenissen die je als problemen ziet.
2. Verantwoordelijkheid nemen
Verantwoordelijkheid nemen betekent dat je niemand of en niets de schuld geeft van je situatie, ook niet jezelf. Als je de omstandigheid, de gebeurtenis of het probleem hebt geaccepteerd, betekent verantwoordelijkheid nemen dat je kunt gaan reageren op de situatie zoals die nu is. Chopra zegt in zijn boek: “In elk probleem is het zaadje aanwezig om het moment te transformeren tot een betere situatie.” Zo kun je nare situaties ook gaan zien als een gelegenheid voor het creëren van iets nieuws. Zo kan iemand die jou kwetst of irriteert juist een leermeester zijn. De werkelijkheid is een interpretatie, en als je ervoor kiest om de werkelijkheid op deze manier te interpreteren, dan worden het ineens gelegenheden om door te groeien. Als je het zo kunt zien, ervaar je steeds minder weerstand en zal je meer energie overhouden.
3. Stop met verdedigen
Als derde noemt Chopra het stoppen met verdedigen. Veel mensen om ons heen besteden veel van hun tijd aan het verdedigen van hun standpunten. Als je afstand doet van de behoefte om je standpunt te verdedigen, krijg je daardoor de beschikking over een enorme hoeveelheid energie die voor die tijd verspild werd. Als je je defensief opstelt, anderen de schuld geeft, en het heden niet accepteert en je er niet aan overgeeft zul je veel weerstand tegenkomen. Als je weerstand tegenkomt besef dan dat door de situatie te forceren de weerstand alleen maar groter zal worden. Als je afziet van de behoefte om je standpunt te verdedigen, heb je geen punt om te verdedigen en geef je ruzie geen kans om te ontstaan. Als je consequent ophoudt met strijden en tegenstand bieden, zul je het heden, het moment, het Nu, gewoon kunnen ondergaan. Je kunt een defensieve opstelling als het ware zien als een ‘zware last’, en als je die los kunt laten zal je meer vreugde en vrijheid ervaren. Gevoelens van boosheid en gekwetstheid mogen er natuurlijk zijn, die mag je accepteren en voelen, waardoor je ze snel weer los kunt laten. Houd niet onnodig lang vast aan deze emoties. Op deze manier ga je doelen bereiken vanuit vreugde en plezier, in plaats vanuit een plek van angst of ongerustheid. Vreugde heeft daarnaast nog veel meer voordelen voor je gezondheid. Vele wetenschappelijke onderzoeken hebben al gekeken naar geluk en vreugde en de invloed hiervan op onze gezondheid. Uit een onderzoek in 2014 bleek bijvoorbeeld dat geluk en vreugde zorgen voor een verkleining van de kans op hart- en vaatziekten. Het gaat dus niet om negeren of onderdrukken van wat er is en blij doen als je je zo niet voelt, maar juist helemaal accepteren wat er is zodat je sneller weer vreugde kunt voelen.

De weg van de minste weerstand

Wat kan je nog meer helpen? Mindfulness

De weg van de minste weerstand heeft dus veel te maken met acceptatie van het huidige moment, het Nu. En mindfulness training helpt je daarbij. Een mooie vertaling voor mindfulness is ‘opmerkzaamheid’, het huidige moment bewust ervaren zonder oordeel, zonder er meteen een etiket van ‘goed’ of ‘slecht’ op te plakken en dus zonder het te willen veranderen. Deze wetenschappelijk onderbouwde stroming in de psychotherapie heeft zijn oorsprong in de boeddhistische meditatietechnieken, maar is meer dan meditatie. Mindfulnesstraining is in de jaren zeventig ontwikkeld door dr. J. Kabat-Zinn van de Universiteit van Massachussets. Het leert je om met aandacht te leven waardoor je meer verbinding ervaart met de omgeving en je binnenwereld. Mindfulness gaat op voor zowel gebeurtenissen buiten jezelf, zoals in een file belanden, maar ook voor gedachten en gevoelens in jezelf, zoals angst om te laat te komen. Met al je aandacht in het NU, het moment, zijn. Het gevolg hiervan is een positief gevoel, minder zorgen en stress. Je laat stress en zorgen los waardoor je vanzelf meer gaat genieten (ook van kleine dingen). Dit kan je helpen als je het moeilijk vindt om angst of ‘zorgen maken’ los te laten. Wanneer je ‘een druk hoofd’ hebt en veel stress ervaart. Je leert bij mindfulness om in plaats van altijd maar te ‘doen’ om veel meer te ‘zijn’. Stel jezelf wat vaker de vraag: hoe is het hier en nu, op dit moment? Word je bewust van het huidige moment met alles om je heen (kleuren, geuren, geluiden) en alles in jezelf (gedachten, gevoelens, emoties). Verplaats je aandacht van je hoofd bewust naar je lijf, zet al je zintuigen aan en neem alles waar tot in de kleinste details. Zet al je oordelen, verwachtingen en eisen even op non-actief. Je kunt hiermee oefenen tijdens het fietsen, koken of douchen of in de file. Accepteer gedachten die opkomen en wees lief voor jezelf. Als je het onder de knie krijgt kun je op momenten van stress gemakkelijker verplaatsen van je drukke hoofd naar ‘het moment’.

Mindfulness en de wetenschap

Er zijn talloze wetenschappelijke onderzoeken waaruit de positieve voordelen van mindfulness voor onze gezondheid blijken. Uit onderzoek in 2013 bleek bijvoorbeeld duidelijk dat mindfulness zorgt voor minder stress, en daarnaast ook zorgt voor een lagere bloeddruk voor en tijdens het uitvoeren van stressvolle taken. De onderzoekers verdeelden 88 mensen met stress die zich hadden aangemeld voor een mindfulnesstraining, een deel ging de training volgen en een deel kwam op de wachtlijst. Dat werd de controlegroep. De training bestond uit het standaard ‘Kabat-Zinn protocol’: acht wekelijkse bijeenkomsten waarin vooral veel werd geoefend met gebeurtenissen aandachtig en oordeelvrij bekijken. Er werden onder meer ademhalingsoefeningen en meditaties gedaan, waarbij werd geoefend in het herkennen en weer loslaten van opkomende gedachten en gevoelens. Voor en na de training ondergingen de deelnemers van beide groepen een stressvol protocol. Na een rustperiode moesten zij onder tijdsdruk moeilijke rekensommen maken en ook drie minuten voor een camera vertellen over hun ‘goede en slechte eigenschappen’. Ondertussen werd hun hartslag, bloeddruk het stresshormoon cortisol gemeten. De uitkomsten lieten bijvoorbeeld zien dat de mensen die de training hadden gevolgd een substantieel sterkere daling hadden van hun bloeddruk, in vergelijking met de mensen die op de wachtlijst stonden en de training niet hadden gevolgd. Bovendien hadden de stresstaken bij de mensen die de training wel hadden gevolgd veel minder sterk invloed op hun bloeddruk. Ze bleven veel kalmer onder stress. De onderzoekers bevestigen dat mindfulnesstraining een veelbelovende methode is die niet alleen gunstige effecten heeft op stressvermindering, maar ook een psychologisch welbevinden geeft. Als deze resultaten ook in vervolgstudies worden bevestigd zou de training zelfs goed ingezet kunnen worden als een aanvullende of alternatieve manier om verhoogde bloeddruk te verlagen of om, bij mensen met veel stress, ontwikkeling van hoge bloeddruk te verkomen.

De weg van de minste weerstand heeft dus niets te maken met lui zijn, het heeft alles te maken met je energie anders gebruiken zodat je die energie gaat overhouden om je doelen te bereiken. Ook gaat het om acceptatie van wat er is, en vanuit die rust streven naar een hoger doel. Het gaat om verantwoordelijkheid nemen en doen wat je te doen hebt, maar ook wat (controle) durven loslaten en vertrouwen hebben dat het goed komt. Vertrouwen hebben dat ook jij met meer plezier en minder wilskracht en perfectionisme je doelen kunt bereiken.

Referenties
– Deepak Chopra, De 7 Spirituele Wetten van Succes & voor het Vervullen van je Dromen, 1994 Altamira
– Coviello L, Sohn Y et al. Detecting Emotional Contagion in Massive Social Networks. PLOS One, 2014
– Mark Williams en Danny Penman, Mindfulness een praktische gids om meer rust te vinden in een hectische wereld, Uitgeverij Nieuwezijds 2011
– Jon Kabat-Zinn, Mindfulness voor beginners, Uitgeverij Nieuwezijds 2013
– Nyklíček I, Mommersteeg P et al, Mindfulness-Based Stress Reduction and Physiological Activity During Acute Stress: A Randomized Controlled Trial, Health Psychology, 2013
– gezondheidsnet.nl