Stress gevolgen – Waarom alle studies over stress onzin zijn

Jarenlang hebben we gehoord dat stress ziek maakt, dat stress slecht is en dus onze vijand. Nu blijkt uit groot onderzoek dat deze visie ons wellicht meer slecht doet dan goed. Lees in dit artikel hoe je het beste kunt omgaan met stress en hoe je daarmee je levensverwachting kunt verlengen.

In dit filmpje vertel ik er meer over:

In dit artikel:

Stress is slecht voor ons, het maakt ons ziek het verhoogt het risico op ongeveer alles: van een simpele verkoudheid tot cardiovasculaire ziektes, dat is de duidelijke boodschap vanuit wetenschappelijk onderzoek geweest de afgelopen jaren. Gezondheidspsycholoog Kelly McGonigal vertelde in een TED Talk over groot onderzoek in Amerika. Dit onderzoek duurde acht jaar en werd gehouden onder 30.000 (oudere) volwassenen. Er werd deze mensen allerlei vragen gesteld over stress zoals: ‘Hoeveel stress heb je ervaren tijdens het afgelopen jaar?’ en ‘Geloof je dat stress slecht is voor je gezondheid?’ Het ging in dit onderzoekers dus over de beleving van stress en het idee dat mensen hadden over stress in plaats van de daadwerkelijke hoeveelheid stresshormonen die de mensen in hun lichaam hadden. Daarnaast hielden ze heel precies sterftecijfers bij in de jaren erna.

Stress gevolgen: hoe ervaar jij stress?

Wat bleek? Het idee dat mensen hebben over stress is vooral gevaarlijk voor de gezondheid. Mensen die veel stress ondervonden, hadden 43% meer kans om te sterven. Maar dat ging alleen op voor mensen die dachten dat stress gevaarlijk was voor de gezondheid! Mensen die veel stress ondervonden, maar stress niet als gevaarlijk beschouwden, hadden geen hoger risico om te sterven. Sterker nog zij hadden zelfs het laagste risico om te sterven, in vergelijking met de andere groepen inclusief mensen die relatief weinig stress hadden. De onderzoekers schatten dat er tijdens de acht jaar dat zij sterfgevallen volgden 182.000 Amerikanen vroegtijdig stierven door het idee dat stress slecht voor ze was, en niet aan de effecten van stress zelf. Dat zijn 20.000 doden per jaar! Als die schatting juist is, dan is het idee dat stress slecht voor je is, een grote reden (zelfs de vijftiende grootste reden) van overlijden in Amerika in het afgelopen jaar. Nog meer dan de kans dat je sterft aan huidkanker, aids of moord.

Kan anders denken over stress je gezonder maken?

De wetenschap zegt ja. Als je je beeld van stress verandert, verandert je lichaam zijn reactie op die stress. Wanneer je stress ervaart gaat je hart racen, je ademt sneller en zweet breekt je misschien uit. We interpreteren die fysieke veranderingen als angst of tekenen dat we niet goed omgaan met de druk. Maar wat als je die veranderingen zou zien als een teken dat je lichaam energie krijgt, zich voorbereidt om een uitdaging aan te gaan? Voor een wetenschappelijk onderzoek aan Harvard ondergingen deelnemers een sociale stresstest. Vooraf werd een deel van de deelnemers geleerd om stress als hulpmiddel te zien. Het racende hart is een voorbereiding van het lichaam op actie en als je sneller ademt gaat er meer zuurstof naar je brein. De deelnemers die werd geleerd om de stressreactie te zien als ondersteunend voor hun prestatie voelden zich minder stressvol, hadden minder angst en meer zelfvertrouwen. Maar ook hun fysieke stressreactie veranderde daadwerkelijk. Bij een typische stressreactie gaat je hartslag omhoog en trekken je bloedvaten samen. Daarom wordt chronische stress ook wel geassocieerd met ziektes van hart en bloedvaten. Het is niet gezond om voortdurend in zo’n toestand te blijven. Bij de deelnemers van het onderzoek die de stressreactie als ondersteunend zagen bleven de bloedvaten ontspannen. Hun hartslag verhoogde nog wel, maar met een gezondere cardiovasculaire gemeten reactie. Een reactie die te vergelijken is bij emoties als vreugde of moed. Tijdens een leven vol stressvolle momenten kan deze biologische verandering door een nieuwe mindset wellicht het verschil maken tussen een stress gerelateerde hartaanval op je vijftigste en een goed leven tot je negentigste. Kortom: de nieuwe wetenschap stelt dat het uitmaakt hoe je denkt over stress.

Omgaan met stress: mijn advies

Het gaat er dus niet om stress helemaal te vermijden of uitbannen, het gaat er vooral om hoe je omgaat met de stress die er af en toe nou eenmaal is. Wanneer je een periode van stress doormaakt is het als eerste belangrijk om dit te accepteren. Niet wegduwen, je er tegen verzetten of negeren. In plaats daarvan jezelf toestemming geven dat deze stress er is, het omarmen. Want dat is niet hetzelfde als toestemming geven dat de stress ook mag blijven! Te vaak verwarren we acceptatie met toestemming geven dat de situatie zo mag blijven, maar dat is niet hetzelfde. Acceptatie is een voorwaarde, een noodzakelijke stap, om iets te kunnen veranderen. Je moet het eerst helemaal accepteren voordat je het kunt veranderen of los kunt laten. Dus neem in stressvolle periodes eens de tijd om stil te staan. Ga met een schrift of notitieblok op schoot zitten en vraag jezelf af waar je stress van hebt. Wat zijn de bronnen van stress in je leven en hoe reageer je erop als deze stress er is. Wat is de reactie die ik heb op deze stress? Veroordeel jezelf daarbij niet, zeg niet tegen jezelf dat je het fout hebt gedaan en maak het ook niet mooier dan het is. Zie het gewoon zoals het is, zonder oordeel. Vraag jezelf vervolgens af wat je kunt accepteren hierin, wat je kunt leren, waar het goed voor is. Geef jezelf toestemming om de situatie te accepteren. En tot slot: hoe kan ik het loslaten en andere keuzes maken? Soms is het spannend om stress los te laten uit angst om controle te verliezen. Door tijd en ruimte te maken om jezelf deze vragen te stellen zal je leven op een positieve manier gaan veranderen.

Stress en oxytocine

McGonigal legt daarnaast uit over het verband tussen het neurohormoon oxytocine en stress. Oxytocine wordt ook wel het knuffelhormoon genoemd, omdat het vrijkomt als je iemand knuffelt. Dat is echter maar een klein deel van wat dit neurohormoon doet, het stelt de sociale instincten van je brein bij, het laat je dingen doen die relaties versterken, het maakt dat je verlangt naar fysiek contact met mensen die je lief hebt en verhoogt je empathie. Oxytocine is daarnaast een stresshormoon, het wordt door je hypofyse verspreid als deel van je stressreactie net zoveel als de adrenaline die je hart bijvoorbeeld sneller doet kloppen. Als oxytocine wordt afgegeven bij een stressreactie motiveert dat je om steun te zoeken bij anderen. Je biologische stressreactie zet je aan om iemand te vertellen hoe je je voelt in plaats van het op te kroppen. Je stressreactie wil ‘zeker weten’ dat je het opmerkt als iemand anders worstelt zodat je elkaar kan steunen. Je stressreactie wil dat je je omringt met mensen die je lief hebben als het leven moeilijk is. Oxytocine heeft dus invloed op je brein, maar ook op je lichaam. Een van de belangrijkste rollen van dit hormoon is het beschermen van je cardiovasculaire systeem tegen de effecten van stress. Het is een natuurlijke ontstekingsremmer en helpt je bloedvaten ontspannen tijdens stress. Ook heeft het invloed op het hart, het helpt je hartcellen te regenereren en te genezen van stress gerelateerde schade. Dit stresshormoon versterkt dus je hart. Al die fysieke voordelen van dit hormoon worden versterkt door sociaal contact en sociale steun. Als je onder stress contact zoekt met anderen om steun te krijgen (of geven) dan maak je meer van deze hormonen aan. Je stressreactie wordt dan gezonder en je herstelt sneller van de stress. Je stressreactie bezit dus een ingebouwd mechanisme voor stressveerkracht en dat mechanisme is: verbinding met andere mensen!

Steun zoeken kan je leven redden

Een Amerikaans onderzoek onder 1000 volwassenen tussen de 34 en 93 jaar stelde de deelnemers de vraag: ‘Hoeveel stress ondervond je het afgelopen jaar?’ Ook vroegen ze: ‘Hoeveel tijd spendeer je met het helpen van vrienden, familie en buren en mensen in je gemeenschap?’ Ook volgde de onderzoekers weer heel nauwkeurig de cijfers van sterfgevallen. Uit dit onderzoek bleek dat elke grote stressvolle levensgebeurtenis zoals financiële problemen of een familiecrisis de kans op sterven met 30% verhoogt, maar dat ging niet voor iedereen op. Mensen die veel tijd spendeerden met het zorgen voor anderen, hadden geen verhoogde kans te sterven door stress. Ook uit dit voorbeeld blijkt dat de schadelijke effecten van stress op je gezondheid niet onvermijdelijk zijn, maar hoe je denkt en je gedraagt kan je stresservaring wel transformeren. Als je kiest om je te verbinden met anderen en steun te vragen of steun te geven creëer je veerkracht. Dit is uiteraard geen pleidooi voor meer stress in je leven, maar stress geeft toegang tot je hart. Het medelevende hart vindt vreugde en betekenis in verbinding met anderen en je fysieke kloppende hart werkt hard om je kracht en energie te geven, stelt McGonial. Als je ervoor kiest om stress zo te bekijken kun je beter met stress omgaan. Kies ervoor om betekenis in je leven na te streven in plaats van ongemak proberen te vermijden. Jaag na wat betekenis geeft in je leven en vertrouw jezelf dat je de stress die eventueel volgt aankunt.

Je hoeft jezelf niet kost wat het kost van stress te verlossen, het is voor je gezondheid vooral belangrijk om te leren goed met stress om te gaan. Accepteer stress het er af en toe eenmaal is, en zie een stressreactie als een hulpmiddel van je lichaam om met de uitdaging om te gaan. Zie stress zo en je lichaam gelooft je en je stressreactie zal gezonder worden.

Het ontgiften dieet: zo ziet een voedingspatroon eruit om je lever en lichaam effectief te detoxen

Ons lichaam wordt dag in dag uit blootgesteld aan giftige stoffen, meestal zonder dat we dat zelf in de gaten hebben. We ademen uitlaatgassen in, eten bewerkte voeding, gebruiken cosmetica, koken met plastic en aluminium keukengerei, en doen dat allemaal zonder te beseffen dat we op die manier ons lichaam volstoppen met schadelijke stoffen. Ons lijf is zelf heel goed in staat om deze toxische stoffen te verwijderen, maar doordat we dagelijks zo veel giftige stoffen binnen krijgen en tegelijkertijd tekorten aan belangrijke voedingsstoffen hebben is ons lichaam minder goed in staat zichzelf te reinigen. In deze blog lees je meer over het ontgiften dieet, een voedingspatroon om je lever en lichaam effectief te detoxen. (meer…)

Wat je ontlasting je vertelt – Over gele, harde, dunne en andere ontlasting

Bij kinderen is poep een favoriet onderwerp, maar als volwassenen hebben we het er niet vaak meer over. Maar je ontlasting kan je zeer waardevolle aanwijzingen geven over je gezondheid en voedingspatroon. In dit artikel kun je lezen hoe je ontlasting eruit behoort te zien en hoe je gezondheidsklachten kunt herkennen aan de stoelgang.
Ontlasting
In dit artikel:

Je ontlasting vertelt je hoe het is gesteld met je (darm)gezondheid, je spijsvertering en je voedingspatroon. Zowel de frequentie, geur, kleur en vorm geeft je veel informatie. We doen het allemaal ongeveer dagelijks, maar wat is ontlasting eigenlijk precies? Het bestaat uit onverteerbare voedingsresten, ongeveer 75% vocht, zowel dode als levende bacteriën, vezels, slijm en verschillende (dode) cellen.

Wat is gezonde ontlasting?

We hebben gezonde ontlasting als ons spijsverteringsstelsel optimaal functioneert en als we daarnaast voldoende bewegen en ook vooral of we gezond eten. Ook onze hormonale balans, darmwerking en darmflora zijn van invloed op de ontlasting.
Je ontlasting is gezond:

  • Wanneer je dagelijks één of twee keer poept
  • Als het niet vreselijk en heel penetrant stinkt (naar bloemetjes zal het uiteraard nooit ruiken)
  • We hoeven niet veel moeite te doen om de ontlasting kwijt te raken
  • Het bestaat uit één gladde vorm
  • Het heeft een S-vorm (door je darm)
  • We hoeven eigenlijk niet af te vegen (al doen we dat natuurlijk wel) want er zit niets aan het papier
  • Medium tot lichtbruin van kleur
  • Ongeveer 2,5 tot 4,5 centimeter breed en tot wel 40 cm lang

De Bristol Stoelgangschaal

Er is een medisch hulpmiddel ontworpen om de vorm van menselijke ontlasting te herkennen en verdelen in categorieën. In Engeland wordt deze schaal ook wel de ‘Meyers Scale’ genoemd en bij ons (en wereldwijd) ook wel bekend als de Bristol Stoelgangschaal. Deze schaal is ontwikkeld aan de Universiteit van Bristol.
Er zijn zeven categorieën:

  • Type 1: Losse harde keutels, die lijken op noten en moeilijk zijn uit te scheiden.
  • Type 2: Als een worst, maar niet glad en eerder klonterig
  • Type 3: Als een worst, maar met barstjes en gleuven aan de buitenkant
  • Type 4: Als een worst of slang, glad en zacht
  • Type 5: Zachte keutels met ‘hoekige’ randen en makkelijk uit te scheiden
  • Type 6: Zachte stukjes met een gehavende buitenkant, een papperige uitscheiding
  • Type 7: Waterig en vloeibaar, geen vaste stukjes

Ideaal zijn type 3 en 4, maar nummer 4 is de absolute winnaar. Dit is de meest gezonde vorm van ontlasting: zacht en glad in de vorm van een worst of slangetje. Bij type 1 en 2 wordt gesproken over constipatie en bij type 6-7 over diarree. Type 1 heeft het langst in de darmen gezeten en deze vorm van ontlasting komt het meest voor bij mensen met een ongezonde levensstijl. Type 7 heeft het kortst in de darmen doorgebracht.

Ontlasting-Bristol_Stool_Chart

Hoe herken je ongezonde ontlasting?

Wat is normaal? Ontlasting kan er immers steeds weer anders uitzien. Hoe je ontlasting er in een bepaalde periode gemiddeld uitziet, geeft je toch belangrijke informatie over je gezondheid. Je kunt herkennen wanneer het misschien tijd is om gezonder te gaan eten of leven en meer te bewegen. Of wanneer je (darm)gezondheid op een andere manier aandacht nodig heeft. Om deze reden is een plateau-wc of vlakspoeler handiger, wanneer de ontlasting niet meteen in het water plonst, maar op het plateau ligt kun je sneller afwijkingen herkennen. Dat artsen hierdoor sneller ernstige ziektes als darmkanker herkennen is ook aangetoond. In 1992 bleek uit onderzoek onder 1090 mensen (Byles JE, Sanson-Fisher RW) dat maar 56% regelmatig hun ontlasting en het toiletpapier checkt, bijvoorbeeld voor bloed. Wanneer je dit wel regelmatig doet kun je darmkanker in een vroeg stadium herkennen, aldus dit onderzoek. Uiteraard is het niet altijd darmkanker wanneer je bloed in je ontlasting hebt, het kan ook een wondje zijn of aambeien, het is echter wel goed om ernstige zaken voor te zijn door regelmatig te checken. Aan de andere kant helpt het ‘herkennen’ om je niet onnodig snel zorgen te maken.
Zo herken je ontlasting die niet is zoals het zou moeten zijn:

  • Wanneer het pijnlijk is en er moeilijk uitkomt
  • Wanneer je heel hard moet persen
  • Harde losse stukken
  • Waterig of papperig
  • Wanneer je onverteerde voedselresten ziet zitten (vooral in combinatie met diarree)
  • Wanneer het een afwijkende kleur heeft zoals geel, zwart, grijs of geel
  • Veel slijm in de ontlasting
  • Een smalle vorm, als een potlood

Wat vertelt je ontlasting over je gezondheid?

Hele sterke geur
Oké, ontlasting ruikt nooit fijn, maar wanneer je ontlasting extreem penetrant of anders ruikt kan dat te maken hebben met verschillende gezondheidsklachten zoals een allergie voor gluten (coeliakie), de ziekte van Crohn of malabsorptie (een aandoening aan de dunne darm). Maar ook cystische fibrose (ook wel taaislijmziekte waarbij het lichaam dik slijm produceert) of chronische pancreatitis.

Hard of zacht
Vezels werken als lijm en kunnen de ontlasting omvangrijk(er) maken. Door vezels blijft de ontlasting wel aan elkaar in plaats van in stukken. Wanneer je ontlasting juist erg zacht is of je zelfs regelmatig diarree hebt kan dit komen door een lactose intolerantie, ook kan het een reactie zijn op te veel kunstmatige zoetstoffen of een reactie op fructose of gluten. Uit wetenschappelijk onderzoek (Lewis SJ, Heaton KW, 1997) bleek dat de vorm van de ontlasting afhangt van de tijd dat die in de darmen is geweest. Gemiddeld doet het lichaam er tussen de achttien en tweeënzeventig uur over om voedsel te verteren en om te zetten naar ontlasting en het lichaam weer te verlaten. Wanneer dit sneller gaat is het resultaat diarree. Het lichaam heeft dan namelijk geen tijd om al het water te absorberen. Wanneer het juist langzamer gaat kan het zijn dat je last van constipatie hebt. Er is dan te veel water geabsorbeerd waardoor de ontlasting droog en hard is geworden. Het is niet de bedoeling dat je hard moet persen en ook krampen of een opgeblazen gevoel zijn niet zoals het hoort. Door constipatie hoef je minder frequent naar het toilet. Boven de vijfenzestig jaar neemt de kans op constipatie aanzienlijk toe. Vermijd laxerende middelen en zie dat alleen als allerlaatste redmiddel en gebruik het dan zo kort mogelijk. Probeer het eerst door stress weg te nemen (wanneer dat mogelijk is), meer groente en fruit te eten, meer water te drinken en meer te bewegen.

Er zijn verschillende oorzaken van diarree waaronder voedselallergie of intoleranties, een bacteriële of virale infectie, emotionele stress, medicatie, een te snel werkende schildklier, de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa, coeliakie of prikkelbare darm syndroom. De oorzaken van constipatie zijn bijvoorbeeld een verandering in je voedingspatroon (minder groente en fruit), emotionele stress, te weinig drinken, ijzersupplementen, medicijnen zoals pijnstillers, antidepressiva of te veel laxeermiddelen gebruikt hebben. Ook door te weinig beweging, de ‘drang’ naar de wc te moeten negeren, zwangerschap of hormonale disbalans, prikkelbare darm syndroom, diabetes of een te langzaam werkende schildklier.

Afwijkende vorm
Een dunne vorm, als een potlood kan mogelijk duiden op een obstructie of tumor in de darm of in het allerergste geval darmkanker (Floch 2010). Als je af en toe eens een dunne vorm hebt, dan is dat niet zorgwekkend. Het is belangrijk de huisarts te bezoeken als dit langere tijd zo is.

Afwijkende kleur
– Zwart of rode ontlasting kan mogelijk komen door bloeding in het maagdarmkanaal. Het is aan te raden om bij de huisarts voor de zekerheid even te checken of er niets aan de hand is. Zwarte ontlasting kan ook voorkomen bij obstipatie of komen door het gebruik van bepaalde medicatie (zoals ijzertabletten) of te veel drop eten.
– Wit of grijs kan wijzen op een tekort aan gal (gal geeft de kleur aan je ontlasting) en dat kan mogelijk komen door hepatitis, problemen met de alvleesklier (als de spijsverteringsenzymen vanuit de alvleesklier niet goed worden afgegeven bijvoorbeeld), cirrose (een onomkeerbaar proces van omzetting van levercellen naar littekenweefsel) of een geblokkeerde galgang. Ook kan het gisting in de darm zijn of komen door het eten van te veel vette voeding.
– Geel kan duiden op een verstopping van de galbuis (door een steentje of een ontsteking van de galblaas of lever). Een giardia infectie (parasiet). Het is goed om dit te laten checken bij een huisarts. Ook te veel alcohol consumeren kan de ontlasting een gele kleur geven.

Slijm in de ontlasting
Een beetje slijm in de ontlasting is geen probleem. Wanneer je veel slijm in je ontlasting ziet kan dit komen door veel consumeren van suiker, zuivelproducten of witmeelproducten. Ook kan het wijzen op prikkelbare darmsyndroom of een darmziekte als Crohn of colitis ulcerosa. Het kan een ontsteking zijn en in het ergste geval darmkanker. Ga in ieder geval langs de huisarts wanneer veel slijm gepaard gaat met bloed en buikpijn.

Vettige ontlasting
Als er vetten in je ontlasting zitten kan het bijvoorbeeld aan de pot gaan plakken. Het is niet de bedoeling dat er vetten in de ontlasting zitten want, als het goed is, worden deze opgenomen door de darmen. Wanneer er wel vetten in de ontlasting zitten kan dat komen door een beschadigde darm door een voedsel- of glutenallergie of door een tekort aan galzuur of verminderde werking van de alvleesklier.

Flatulentie

Het goede nieuws (voor sommigen): winden is gezond en ook nodig om het darmgas kwijt te raken. Het is een teken dat alle bacteriën darmen hun werk goed doen. Gemiddeld ontsnapt er gemiddeld veertien keer lucht, waarvan 99% (als het goed is) geurloos is. Soms merk je het niet eens. De Maag Lever Darm stichting bevestigt dit, zij leggen uit dat gas in de darm vrijwel geheel uit stikstof, zuurstof, koolzuurgas, waterstof en methaan bestaat. Allemaal reukloze gassen. Het stinken van winden heeft te maken met een geringe hoeveelheid stinkende gassen, vaak zwavelverbindingen die vrijkomen bij de afbraak van bepaalde eiwitten. De samenstelling en de geur van het darmgas heeft onder andere te maken met voeding en de darmflora. Wanneer de darmflora uit balans is kan er extra gasvorming ontstaan en dat is wel een vervelend probleem.

Ongewild ontlastingsverlies
Ongeveer 200.000 volwassenen in Nederland hebben te maken met ontlastingsincontinentie met zowel lichamelijke als psychische klachten tot gevolg. Dit kan komen door verslapping of beschadiging van de kringspier (bijvoorbeeld na een zware bevalling). Blijf hier zeker niet mee rondlopen want er zijn verschillende behandelmogelijkheden die effectief kunnen zijn zoals extra vezels en voedingsadvies, bekkenfysiotherapie, het spoelen van de endeldarm (zodat de rest van de dag geen ontlasting meer zal ontsnappen en je zelfverzekerd op pad kunt) en in sommige gevallen een operatie. In 2009 is er in het VU medisch centrum zelfs onderzoek gedaan naar een nieuwe therapie afkomstig uit Amerika die werkt middels radiofrequentie.

Darmflora van mensen met overgewicht
Mensen met overgewicht hebben een andere samenstelling van de darmflora dan mensen zonder overgewicht. AMC-internist Anne Vrieze deed er onderzoek (2013) naar en vroeg zich daarbij af of de darmflora afwijkt door het overgewicht, of dat er overgewicht is omdat de darmflora afwijkt. Er is gebleken dat veel patiënten met chronische diarree baat hebben als ze een transplantatie ondergaan met ontlasting van een gezonde donor. Vrieze onderzocht de aanwijzingen dat gezonde ontlasting ook mensen met overgewicht kan helpen. Uit het onderzoek bleek dat de insulinegevoeligheid na zes weken inderdaad was verbeterd bij mensen met overgewicht die gezonde ontlasting toegediend kregen. Het is niet meteen een nieuwe afslankmethode, er zal meer onderzoek gedaan worden, maar zo kan in de toekomst wel worden onderzocht welke bacteriën de patiënt kunnen helpen (zodat zij deze wellicht via een andere vorm, zoals een supplement, toegediend kunnen krijgen).

Je ontlasting (en gezondheid) verbeteren

Je kunt je ontlasting en (darm)gezondheid absoluut verbeteren. Je kunt klachten voorkomen of verbeteren door je levensstijl en voedingspatroon aan te passen. Beweeg dagelijks voldoende en zorg dat je voedingspatroon genoeg vezels uit verse groente en fruit bevat (niet uit granen). Sterker nog probeer glutenhoudende granen als tarwe helemaal te vermijden omdat ze een negatief effect (en zelfs beschadigende werking) hebben op het spijsverteringssysteem. Evenals kunstmatige zoetstoffen, te veel suikers, MSG, te veel cafeïne en fabrieksmatig bewerkte voedingsmiddelen. Je kunt je vezelinname eventueel verhogen door lijnzaad of psylliumvezels. Drink voldoende water en zoek manieren om emotionele stress te ontladen of kwijt te raken (erover praten, EFT, yoga, meditatie, mindfulness). Soms is het nodig, maar antibiotica heeft een ongunstig effect op de darmflora (slik eventueel probiotica erbij, dit kun je ook doen wanneer je geen antibiotica gebruikt, maar wel het vermoeden hebt dat je niet voldoende gezonde bacteriën uit je voeding haalt). Wetenschappelijk onderzoek (Sikirov, 1987) heeft aangetoond dat boven de toiletpot hangen in ‘hurk stand’ een positief effect heeft op de darmbeweging (in vergelijking met gewoon zitten op de pot). Het stimuleert het volledig legen van de darm en voorkomt en vermindert constipatie en aambeien. Verder kun je nog gefermenteerde voeding toevoegen aan je voedingspatroon zoals kefir of zuurkool.

Dus kijk vanaf nu eens goed achterom na een toiletbezoek en kom meer te weten over je interne gezondheid. Zoals gezegd kun je met gezonde voeding en voldoende bewegen al een grote stap maken richting gezonde ontlasting!

Referenties
– Lewis SJ, Heaton KW. Stool form scale as a useful guide to intestinal transit time. Scand. J. Gastroenterol. 32(9):920-4.
– Floch MH, Netter’s Gastroenterology. 2nd ed. Philadelphia, Pa: Saunders Elsevier; 2010.
– Sikirov, Management of Hemorrhoids: A New Approach, Israel Journal of Medical Sciences, 1987: 23, 284-286.
– Meurs-Szojda, VU Medisch Centrum, 2009.
– Vrieze, Academisch Medisch Centrum, 2013.
– Byles JE, Sanson-Fisher RW et al. Early detection of colorectal cancer: a profile of current practise. Cancer Detect Prev. 1992;16(4):245-52.

Weinig Energie en een Futloos gevoel?

Heb je weinig energie en een futloos gevoel? Ben je na je werkdag te duf en lig je daarom voor de televisie? Er kunnen verschillende oorzaken zijn waardoor je een futloos gevoel kunt hebben. Ik dit artikel kijken we naar drie veel voorkomende oorzaken.
weinig energie

Als we een goede gezondheid hebben en we eten gezond dan is het de bedoeling dat we ’s morgens fit en fris wakker worden en dat we na een drukke dag nog voldoende energie over hebben. Wanneer dit niet het geval is, en je zelfs heel weinig energie hebt, dan ‘lekt’ er ergens energie. Dit kan verschillende oorzaken hebben, er zijn een aantal oorzaken die veel voorkomen bij een futloos gevoel en daar gaan we hieronder dieper op in.

Oorzaak 1: Voedselintoleranties

Als je vaak een futloos gevoel hebt is voeding misschien wel het eerste waar je naar zou moeten kijken. En voedselintoleranties in het bijzonder, steeds meer mensen zijn gevoelig voor bepaalde voedingsstoffen en voedingsmiddelen zonder dat zij het weten. Het is een reactie van het immuunsysteem op jarenlang eten wat eigenlijk niet goed is voor jouw lichaam. Het voedingsmiddel waar je gevoelig voor bent kan voor ieder anders zijn, en kan in theorie alles zijn, echter in de praktijk komt een gevoeligheid voor gluten (verschillende eiwitcomponenten, zoals gliadine, in tarwe en sommige granen) en zuivel en/of lactose veel voor. Bij een gevoeligheid voor een voedingsmiddel kan het immuunsysteem chronisch reageren en een ontsteking ontwikkelen, het gevolg hiervan is dat er stofjes vrijkomen waar we een suf gevoel van krijgen en ons vermoeid van voelen (cytokines). Ook kan de slijmlaag van de darmen uitgeput raken door een reactie op een binnenkomende stof waar het lichaam gevoelig voor is waardoor er een disbalans ontstaat in de darmflora. Hierdoor wordt ons immuunsysteem, ook wel ons afweersysteem, aangetast en dat heeft een negatief effect op onze weerstand. En ook daarvan kunnen we vermoeidheid ervaren.

Ook wetenschappers zijn het er over eens dat vermoeidheid een gevolg kan zijn van voedselallergieën of intoleranties. In een uitgebreid rapport van The National Institute for Health and Care Excellence (NICE) in 2011 wordt vermoeidheid als belangrijk symptoom aangegeven bij voedselintolerantie. Onderzoek in 2010 (Sicherer SH, Sampson HA) dat 3 tot 4 op de 100 volwassenen last heeft van een voedselallergie. En dat zijn nog niet de mensen die alleen gevoelig zijn voor bepaalde voedingsmiddelen. Uit datzelfde onderzoek blijkt daarnaast dat het aantal mensen met voedselallergieën aan het toenemen is. Uit een driejarig durend onderzoek onder 36 mensen met allergieën door wetenschapper Paul D. Marshall van de Hennepin County Medical Center in Minneapolis bleek dat allergieën in het algemeen bijdragen aan een sterk gevoel van vermoeidheid en ook stemmingswisselingen (63 en 69%).

Lees hier meer over voedselintoleranties bij vermoeidheidsklachten.

Oorzaak 2: Een uitgeputte bijnier

De hormonen in je lichaam zijn verantwoordelijk voor allerlei belangrijke functies in je lichaam en je bijnieren zijn weer verantwoordelijk voor de productie van verschillende hormonen. De bijnieren hebben bijvoorbeeld de belangrijke functie om stress-hormonen te produceren en managen zodat je lichaam beter met stress om kan gaan en dat heeft een positief effect op je weerstand, energie en uithoudingsvermogen. Wanneer je bijnieren zijn uitgeput, zal je dus last hebben van vermoeidheid, een futloos gevoel, een verzwakt immuunsysteem en mogelijk zelfs depressie. De belangrijkste oorzaak van uitgeputte bijnieren is: stress. Je lichaam reageert daarop met de productie van cortisol (het stresshormoon) en verhoogt vervolgens je bloedsuikerspiegel, remt je stofwisseling en zet het lichaam zich schrap voor ‘overleving’. Wanneer je (te) vaak deze fysieke stressreactie hebt kan er een hormonale disbalans ontstaan en raken je bijnieren uitgeput. Je hele lichaam voelt dan uitgeput. Dat kan komen door allerlei verschillende vormen van stress. Het kan gaan om lichamelijke stress (door ongezonde voeding, tekort aan voedingsstoffen of verwonding), om mentale stress (als je veel piekert of angst en onzekerheid ervaart) of stress op het werk of door een gebeurtenis in je leven zoals scheiding of financiële problemen. Wanneer je deze symptomen herkent of veel stress hebt is het dus belangrijk om jezelf in acht te nemen en eventueel de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen. Bijvoorbeeld door je voeding aan te passen, leren om met stress om te gaan of een stap terug doen.

Bijnieruitputting wordt in de medische wereld niet vaak door huisartsen gesteld omdat er geen medicijnen voor zijn, zo zegt arts James Wilson die zich heeft gespecialiseerd in dit onderwerp. Hij geeft als belangrijkste symptomen voor bijnieruitputting: vermoeidheid, moeite om ’s morgens uit bed te komen, je futloos voelen en stress hebben. Onderzoek in 2012 (onder mensen die te maken hebben gehad met geweld of een overval) stelt dat bijnieruitputting vergelijkbaar is met burnout.

Lees hier meer over de oorzaak, symptomen en oplossingen van bijnieruitputting.

Oorzaak 3: Je vitamine B-12 niveau

Vitamine B-12 is een van de meest essentiële vitamines voor je lichaam en betrokken bij de stofwisseling van elke cel in het lichaam. Deze vitamine wordt dan ook wel de ‘energie vitamine’ genoemd, want B-12 heeft een cruciale functie bij de energieproductie. Deze vitamine helpt om ons om energie uit voeding te halen door koolhydraten, vetten en eiwitten om te zetten in energie. Wanneer je er een tekort aan hebt zal je dus weinig energie hebben. B12 is, zeker in vergelijking met andere vitamines, een vrij grote molecuul. Hierdoor is het wat lastiger voor B12 om door de darmwand heen te komen en zo in je bloed te worden opgenomen. Zeker als je darmflora niet in balans is, je darmwand is beschadigd (door voedselintoleranties bijvoorbeeld) en niet goed functioneert. Ook stress, ontstekingen, veroudering, maagzuurremmers en andere medicijnen kunnen er uiteindelijk aan bijdragen dat er een tekort aan vitamine B12 ontstaat. B12 komt voor in vlees, vis, eieren en dus alleen in voedingsmiddelen van dierlijke afkomst. Vegetariërs en veganisten moeten hier alert op zijn en B12 eventueel via supplementen aanvullen. Een tekort komt heel vaak voor, bij zestigers zelfs bij één op de vier mensen, zo stelt ook het Vitamine Informatie Bureau. Maar ook in andere leeftijdscategorieën en zelfs bij jongeren komt een tekort aan vitamine B12 steeds vaker voor. De European Food Safety Authority (EFSA) heeft de claim dat B12 bijdraagt tot de vermindering van vermoeidheid en het energieniveau ondersteunt officieel goedgekeurd. Goede bronnen van vitamine B12 in voeding zijn vlees, liefst biologisch. Vis en dan bij voorkeur wilde vis, vooral krab, mosselen en schelpdieren. En eieren. Het is wel belangrijk dat je darmen de B12 kunnen opnemen, als dat niet het geval is kun je een tijdje een supplement gebruiken via een spray of druppels in je mond of zuigtabletten.

Onderzoek (1973) toonde aan dat zowel mensen met als zonder vitamine B12 tekort zich energieker en blijer voelden na een aantal vitamine B12 injecties. Ook sliepen ze minder lang en waren tijdens de dag juist extra alert en geconcentreerd.

Lees hier meer over oorzaken en oplossingen bij een tekort aan vitamine B12.

Referenties
– Sicherer SH, Sampson HA; Food allergy. J Allergy Clin Immunol. 2010 Feb;125(2 Suppl 2):S116-25.
– Marshall P, PhD, department psychology Hennepin County Medical Center in Minneapolis, 01/2007; 64(4):684-91.
– The National Institute for Health and Care Excellence, Food allergy in children and young people, 2011.
– James L. Wilson PhD, Adrenal Fatigue, Smart Publications; First Edition edition 2002 en adrenalfatigue.org.
– Pranjic N, Nuhbegovic S et al. Is adrenal exhaustion synonym of syndrome burnout at workplace? Coll Antropol. 2012 Sep;36(3):911-9.
– Ellis FR, Nasser S. A pilot study of vitamin B12 in the treatment of tiredness, 1973. Br J Nutr 1973;30:277–83.

Is Jodium wel goed voor de Schildklier en is Kelp veilig?

In deze video legt Verjongingscoach Jesse van der Velde uit waarom 6 miljoen Nederlanders dagelijks te weinig jodium eten. Ook leer je in deze video wat goede bronnen van jodium zijn en of kelp veilig is. Bovendien ontdek je waarom onze schildklier niet het enige orgaan is dat jodium nodig heeft om hormonen te produceren. (meer…)

Is brood nou gezond of ongezond?

In Nederland zijn we opgegroeid met brood als een van onze basisvoedingsmiddelen. We eten hier gemiddeld enorm veel brood, vaak zeker twee maaltijden op een dag. In het buitenland is dat veel minder gebruikelijk. We zijn er groot op geworden, maar is het werkelijk gezond? Er komen steeds meer tegenberichten vanuit de wetenschap, van artsen en voedingsexperts. Tegenwoordig vragen steeds meer mensen zich dan ook af: is brood gezond of ongezond? In dit artikel gaan we er dieper op in en lees je wat brood precies doet in het lichaam.
Brood gezond of ongezond
In dit artikel:

Brood is gezond, dat was lange tijd de overtuiging in Nederland. We zijn er toch groot op geworden? Tegenwoordig vragen steeds meer mensen zich af: is brood gezond of ongezond? Het is inderdaad jarenlang een van onze basisvoedingsmiddelen geweest, maar er komen steeds meer tegenberichten op de overtuiging dat brood gezond is. Alleen al het feit dat steeds meer Nederlanders last hebben van darmklachten geeft te denken. Uit groot onderzoek in 2011 bleek dat meer dan de helft (56%) van de volwassen Nederlanders last heeft van maag- en/of darmklachten, waarvan 7% zelfs dagelijks. Ze hebben het meest last van krampen, op de voet gevolgd door een opgeblazen gevoel. Deze Nederlanders geven zelf als voornaamste oorzaak voeding aan, gevolgd door stress.

Brood, granen, tarwe, gluten: wat is het precies?

Misschien eet je het nog wel dagelijks, maar wat is het eigenlijk precies?
Brood = Brood is in Nederland lang een van onze basisvoedingsmiddelen geweest. De basisgrondstoffen van brood zijn tarwemeel of tarwebloem, water, zout en gist. Hier wordt brooddeeg van gemaakt om het brood te bakken.

Granen = Graan is een verzamelnaam voor de vruchten van gewassen uit de familie van grassen. Er zijn verschillende soorten granen waarvan sommige gluten bevatten en sommige van nature glutenvrij zijn. Haver is een uitzondering, deze is van nature glutenvrij, maar er zitten vaak gluten in door kruisbesmetting. Tarwe is bijvoorbeeld een graan, maar er zijn veel meer graansoorten zoals gerst, haver, rogge, kamut, spelt (een tarwesoort), teff, bulgur, gierst en faro. Granen bevatten vooral voedingsstoffen als ze groeien op een bodem die ook rijk is aan voedingsstoffen en dat is tegenwoordig niet vaak meer het geval. De grond is uitgeput van de grote hoeveelheden die het steeds moet leveren en er wordt kunstmatig geprobeerd om dit zoveel mogelijk te voorkomen. Hierdoor blijft er weinig over van de natuurlijk vitamines zoals B, E, calcium, fosfor, zink, foliumzuur en ijzer. Ook van de vezels blijft weinig over.

Tarwe = Is een van de meest gegeten granen in de wereld. Het is tevens een van de meest gebruikte granen om brood van te maken, want het is een goedkoop en makkelijk graan om te verbouwen en verwerken. Er wordt meel en bloem van gemaakt en verwerkt tot brood, pasta, koekjes, sauzen. Het zit zelfs in drop en ook bier is een graanproduct. Het is het oudste graan dat we kennen, maar tegenwoordig is tarwe door de genetische wetenschap niet meer hetzelfde als jaren geleden. Wetenschappers zijn in de jaren vijftig verschillende rassen met elkaar gaan kruisen om te zorgen dat er winst gemaakt kon blijven worden. Oorspronkelijk werd graan ongeveer 90 cm hoog, de huidige tarwe is nog maar 45 cm waardoor het sneller geoogst kan worden. We eten tegenwoordig dus voornamelijk bewerkte en gemodificeerde tarwesoorten.

Gluten = Een stof die bestaat uit verschillende eiwitcomponenten, een groot aantal kleine bouwstenen van ketens aminozuren. Gliadine is zo’n eiwitcomponent, maar ook bijvoorbeeld glutenine. Gluten zitten in tarwe en andere granen zoals spelt en rogge. Het woord gluten komt van het Latijnse woord ‘lijm’ en dat zegt iets over de verdikkende en verbindende eigenschappen. Veel mensen hebben, zonder dat zij het zich bewust zijn, lichte intoleranties voor gluten en dan vooral voor gliadine (daarover hieronder meer).

Gliadine = Eiwitcomponent in gluten. Deze geeft, net als glutenine, elasticiteit aan de producten waar het in zit zoals het meel waarvan brood gemaakt wordt. Hoe meer gluten het meel bevat, hoe steviger het brood wordt. Gliadine zat van nature niet in tarwe, dit is naar verhouding nog een redelijk nieuw eiwitcomponent.

De productie van tarwe

Brood wordt dus meestal gemaakt van tarwe en de productie daarvan is enorm toegenomen. Het is zelfs het meest geproduceerde graan ter wereld. Om je een idee te geven: in 2008 was dat 690 miljoen ton tarwe op de wereld. De arts William Davis heeft zich gespecialiseerd in de effecten van tarwe op de gezondheid en schreef er de bestseller Broodbuik over. Zoals ieder die zijn hoofd boven het spreekwoordelijke maaiveld uitsteekt heeft hij zowel voor- als tegenstanders. Er spelen natuurlijk ook enorme belangen mee want tarwe (meel) is een van de belangrijkste ingrediënten voor bewerkte voedingsmiddelen in de supermarkt. Echter, zijn visie is op z’n minst interessant te noemen en gebaseerd op jarenlang onderzoek. Ook in de wetenschap wordt zijn visie steeds vaker ondersteund, evenals vele artsen die hier al eerder boeken over schreven zoals de bekende Alessio Fasano en James Braly. Davis sprak voor zijn boek met leraar wetenschap en biologische boerin Elisheva Rogosa. Zij is een voorvechtster van duurzame landbouw en oprichtster van de Heritage – Grain Conservancy, een organisatie die gewijd is aan het behoud van oude voedseloogsten volgens biologische principes. Rogosa stelt dat er niets mis is met de traditionele en oorspronkelijke tarwe, maar zijn de oogstbevorderende, winstverhogende landbouwpraktijken van de laatste decennia de oorzaak van de ongunstige gezondheidseffecten van tarwe (bovendien smaakt het naar bordkarton, aldus Rogosa). Zij ziet het weer in ere herstellen van de originele planten (eenkoren en tweekoren) en deze laten groeien onder biologische omstandigheden als oplossing. Zij zou de moderne en industriële tarwe graag vervangen zien. Davis denkt dat het verbouwen van tarwe op de biologische ‘ouderwetse’ manier best mogelijk moet zijn, maar dat het om economische redenen niet zal gebeuren. Het levert per hectare namelijk veel minder op. Op dit moment is tarwe dus bewerkt en gemodificeerd en maakt de levensmiddelenindustrie er steeds meer gebruik van. Dat maakt dat gevoeligheid hiervoor steeds vaker voorkomt. Vooral voor gluten in tarwe zijn veel mensen gevoelig (zelfs zonder dat ze het zich bewust zijn), vooral door de toenemende hoeveelheden die we binnenkrijgen via vele verschillende producten. Vanwege de verdikkende en kauwbare structuur worden gluten vaak geïsoleerd uit granen en verwerkt tot een veelgebruikt bindmiddel in de voedingsindustrie. Zo zitten gluten in snoep, drop, koek, sauzen, soepen, bouillon, dressings en ga zo maar door.

Intolerant zonder dat je het weet?

Evolutionair gezien maken gluten in tarwe dus nog maar korte tijd deel uit van ons voedingspatroon. Daardoor is ons lichaam er nog niet aan gewend en komt overgevoeligheid voor gluten relatief veel voor. De Amerikaanse arts James Braly heeft zich gespecialiseerd in allergieën en stelt in zijn boek Dangerous Grains dat wel een vijfde van de gehele bevolking lijdt aan een gevoeligheid voor gluten. Dat we gevoelig zijn voor deze stof zit in onze genen. Gluten bestaan weer uit verschillende eiwitcomponenten, een groot aantal kleine bouwstenen van ketens aminozuren. Gliadine is zo’n eiwitcomponent of keten, dit is een relatief lange keten van 260 aminozuren die daardoor moeilijk verteerbaar is. Bij een gevoeligheid of intolerantie ontketenen de gliadines in gluten een auto-immuunreactie in het spijsverteringskanaal en beschadigen ze de darmvlokken in de dunne darm. Als deze villi zijn beschadigd kun je voedingsstoffen minder goed opnemen. Door de schade aan je darmvlokken, ook wel een lekkende darm, kunnen er stoffen in de bloedbaan terecht komen die er niet horen. Het lichaam reageert met de aanmaak van antistoffen en ontstekingen. Wanneer iemand een allergie heeft voor gluten, de meest extreme vorm van glutenintolerantie, keren deze antistoffen zich tegen het lichaam zelf. Deze allergie wordt coeliakie genoemd. Het probleem is dat we deze gluten en gliadines niet alleen uit ons brood halen, maar we krijgen het ook nog via de meeste producten binnen die tegenwoordig in de supermarkt te vinden zijn zoals die soepen en de sauzen. Af en toe een stukje brood (en dus gluten en gliadine) is niet het probleem, maar juist die enorme hoeveelheden bij elkaar maken dat er steeds meer mensen klachten krijgen. Dat gaat van darmklachten tot last van de spijsvertering, gebrek aan energie, moeite met concentreren als zich niet helder voelen in het hoofd.

Waarom brood ‘verslavend’ werkt

Wanneer je brood eet kun je daar moeilijk mee stoppen, vooral witbrood geeft geen verzadigend gevoel en het lijkt of je er wel van kunt blijven eten. Door de snelle suikers wil je er steeds meer van eten. Misschien ken je het wel dat je om acht uur een kom muesli eet en op het werk heb je om elf uur zoveel trek dat je al je lunchboterhammen al opeet. En om half één heb je weer trek. Daarbij legt Davis uit dat onafhankelijke onderzoekers hebben aangetoond dat de eiwitten in tarwe (en dan vooral de gliadines) in het lichaam worden afgebroken tot stofjes die de opiumreceptoren in het brein prikkelen. Zo hebben ze dus een opiaatachtige werking op onze hersenen, dit heeft niet geheel dezelfde werking als opiaten als morfine en heroïne, maar het vergroot onze hongergevoelens. Hierdoor eet je er waarschijnlijk meer van dan je lichaam nodig heeft en worden we echte ‘broodeters’. Volgens Davis stimuleert het zo onze totale calorie consumptie met 440 extra calorieën gemiddeld per dag. Het is dus niet zo gek dat we in gewicht aankomen als we veel brood eten. Daarnaast bevatten gluten en tarwe ook glutenine, een ander eiwitcomponent. Deze bindt zich aan de leptinereceptoren, de receptoren van het hormoon dat met onze verzadiging te maken heeft. Hierdoor zijn we minder snel verzadigd en blijven we eten. Dat is een tweede reden waarom we echte ‘broodeters’ worden. Davis zegt dat hij bij honderden patiënten heeft gezien hoe ze in de eerste dagen tot weken nadat ze tarwe uit hun dieet hadden gehaald te maken kregen met extreme vermoeidheid, sufheid. Ook waren ze snel geïrriteerd en zelfs somber of depressief. Na deze ‘afkick’ verschijnselen (die uiteraard lang niet bij iedereen voorkomen) vertelden mensen juist over hun verbeterde stemming, verminderde stemmingswisselingen, beter concentratievermogen en een diepere slaap.

Wat is het alternatief?

Er zijn genoeg gezonde (en lekkere) alternatieven die graanproducten met gluten prima kunnen vervangen. Zoals zogenoemde pseudogranen als quinoa, een graanachtig zaadproduct met een hoog eiwitgehalte of boekweit. Je kunt kiezen voor rijst, haver, teff of gierst. Andere broodvervangers zijn bijvoorbeeld kelp noodles of chia zaden. Je kunt brood gewoon van andere (glutenvrije) granen maken, als je brood zelf niet kunt missen. Het glutenvrije brood dat in de winkels is te krijgen is niet optimaal en hierin zitten vaak stoffen die ook niet gezond zijn zoals suikers. Wellicht komt een gezond glutenvrij brood in de nabije toekomst wel op de markt. Je kunt bij de lunch ook eens vaker zilvervliesrijst eten of quinoa. Eet wat vis, eieren of groenten, er zijn zoveel meer mogelijkheden dan je misschien in eerste instantie denkt.

Tot slot: brood gezond of ongezond

Of je brood wilt eten is natuurlijk volledig je eigen keuze. Tarwe heeft veel nadelen, zoals je in dit artikel kon lezen. Niet alleen vanwege de tarwe zelf, maar ook vanwege de gluten die erin zitten en dat maakt brood zeker niet voor iedereen gezond. Zoek je meer bewijs stop dan gewoon eens een tijdje met het eten van brood, tarwe of gluten en kijk eens wat dit doet met je lichaam. Wellicht heb je veel minder last van allerlei klachten, wellicht heb je meer energie of een helder hoofd. Jouw eigen lichaam heeft de wijsheid in pacht, en alleen jouw lichaam kan jou de waarheid vertellen.

Als je wilt weten of je gevoelig bent voor tarwe en andere granen kun je een voedselintolerantie test doen. Daar kunnen wij je bij helpen. Wij bieden de gedegen ImuPro voedselintolerantie test aan die aangeeft of het lichaam sensitief of intolerant is (geworden) voor bepaalde voedingsmiddelen of voedingsstoffen en of voeding de oorzaak kan zijn van bepaalde klachten die je misschien hebt. Via een klein vingerprikje wordt het bloed uitgebreid getest op verschillende voedingsmiddelen en voedingsstoffen. De resultaten worden geëvalueerd en je krijgt via ons een uitgebreid rapport ‘op maat’. Naast een uitgebreide uitslag krijg je tips en (voedings)advies op maat.

Binnenkort vind je meer informatie over de test op deze site, wanneer je interesse hebt en meer informatie wilt kun je vast een reactie achterlaten zodat we contact met je kunnen opnemen.

Referenties
– Onderzoek ‘een blik naar binnen’ mei 2011. De uitkomsten zijn vertaald naar de huidige bevolkingscijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek.
– William Davis MD, Broodbuik (Engelse titel: Wheat Belly, 2011), 2013 Kosmos Uitgevers
– Eisheva Rogosa, Heritage – Grain Conservancy, growseed.org
– Alessio Fasano MD, Gluten Freedom, 2014 Turner Publishing Company
– James Braly MD, Dangerous Grains: Why Gluten Cereal Grains May Be Hazardous To Your Health, 2002 Avery Trade

Vermoeidheidsklachten? Test voedselintoleranties eerst

Ben je vermoeid? Weinig energie kan verschillende oorzaken hebben. Het kan zijn dat ons lichaam de energie nodig heeft, bijvoorbeeld bij voedselintoleranties. Je kunt hier last van hebben zonder je dit bewust te zijn. Wanneer je last hebt van vermoeidheidsklachten zorg er dan voor dat je eerst zeker weet dat je geen last hebt van voedselintoleranties, anders blijf je dweilen met de kraan open. In dit artikel lees je wat de relatie is tussen voedingsintoleranties en vermoeidheid, en hoe je kunt uitvinden of jij intolerant bent voor bepaalde voedingsmiddelen.
vermoeidheidsklachten?

In dit artikel:

Wanneer je last hebt van vermoeidheidsklachten is de eerste stap om te kijken of je misschien last hebt van voedselintoleranties. Ons lichaam kan in theorie sensitief zijn voor elk voedingsmiddel, zonder dat we dat bewust weten. In de praktijk komt het bij bepaalde voedingsmiddelen wel vaker voor. Als we die voedingsmiddelen vervolgens eten wordt ons immuunsysteem actief voor deze voeding en dat kost veel energie. Dat kan een grote oorzaak zijn voor vermoeidheidsklachten.

Intolerantie of allergie

Er is sprake van voedselintolerantie of sensitiviteit wanneer het lichaam niet goed reageert op een bepaalde stof, het kan het bijvoorbeeld niet goed verteren waardoor er stofwisselingsproblemen of andere klachten ontstaan. Het verschil met een allergie is dat hierbij het hele immuunsysteem op tilt slaat, het lichaam maakt antistoffen aan die in de bloedbaan komen om de indringer te vernietigen. Zo’n allergische reactie kan heel heftig zijn en je kunt je hiervoor laten testen bij een huisarts of kliniek. Allergieën komen veel minder vaak voor dan intoleranties of gevoeligheid voor bepaalde voedingsmiddelen. Aan de andere kant komen intoleranties veel vaker voor dan we ons bewust zijn. Veel vage klachten, waaronder vermoeidheid, zijn te herleiden tot intoleranties voor voedingsmiddelen die we misschien wel dagelijks eten. Die intoleranties hebben zich in de loop van de tijd kunnen ontwikkelen, bijvoorbeeld (deels) door een disbalans in de darmflora.

Vermoeidheidsklachten door voeding volgens onderzoekers

In Oslo (2012) is onderzoek gedaan naar patiënten met verschillende klachten zoals darmklachten, chronische vermoeidheid en fibromyalgie en de link met sensitiviteit voor voedingsmiddelen. De onderzoekers leggen een link tussen deze klachten en voedselintoleranties. Ze stellen dat de kans groot is dat bij deze patiënten voedingsintolerantie een onderliggende oorzaak is.

Arts (director of the Foundation for Integrated Medicine in New York) en auteur van het boek ‘Power Healing’ Leo Galland stelt dat als je al zes maanden of langer erg vermoeid bent, en je arts de oorzaak niet kan achterhalen, je wellicht last hebt van chronische vermoeidheid. En wanneer je daar last van hebt kan voedselintolerantie daar een belangrijke oorzaak van zijn, aldus Galland. Hij legt in zijn boek uit dat verschillende wetenschappelijke onderzoeken hebben vastgesteld dat meer dan de helft van de mensen met chronisch vermoeidheidssyndroom ook last heeft van voedselintoleranties. Bij driekwart van de patiënten van Galland verbeterden of verdwenen de klachten wanneer de intoleranties werden aangepakt (bijvoorbeeld door de voedingsstoffen te vermijden waar het lichaam gevoelig voor was).

Bij een wetenschappelijk onderzoek in 2009 onder 1049 mensen met allerlei klachten, van voedselintolerantie test ImuPro, bleek een groot deel van de klachten als chronische vermoeidheid, hoofdpijn, migraine, eczeem, diarree of spijsverteringsklachten te zijn verdwenen of grotendeels verminderd na aanpassing van het voedingspatroon en het weglaten van voedingsmiddelen en voedingsstoffen waar het lichaam gevoelig voor bleek. Bij het andere kleinere deel van de mensen was er geen verbetering gemeten.

Hoe kan het dat ik energie verlies?

De bacteriebalans in de darmen heeft invloed op het functioneren van het immuunsysteem. ‘Goede’ bacteriën hechten zich aan de slijmlaag in de darmen en aan de darmvlokken. Hier wordt ook de immuunrespons beheerd. Als deze slijmlaag uitgeput raakt door een reactie op een binnenkomende stof, dan heeft dat een verslechtering van het milieu waarin de goede darmflorabacteriën hun werk doen tot gevolg. Dat geeft ‘slechte’ bacteriën de kans om te groeien. Ook het immuunsysteem kan chronisch reactief worden en een ontsteking ontwikkelen. Hierdoor komen er cytokines vrij, moleculen waardoor we een suf gevoel krijgen, pijn en vermoeidheid ervaren. De voedseltolerantie uit zich door een reactie van immuunsysteem en het vrijkomen van cytokines. En veel mensen realiseren zich niet dat het voeding is waardoor ze zich niet fit en lekker voelen. Intoleranties zijn, net als een lekkende darm, een reactie van het immuunsysteem op jarenlang eten wat eigenlijk niet goed voor je is. Ook chronische stress kan bijdragen aan het verminderen van een gezonde immuunrespons in de darmen (en de kwaliteit van de enzymen die het voedsel helpen verteren), zo blijkt ook uit onderzoek in 2001. Veel suiker en bewerkte voedingsmiddelen voeden de ‘slechte’ bacteriën in de darmen wat ook weer kan leiden tot verstoren van het immuunsysteem. Ook het gebruik van antibiotica vermindert de ‘goede’ darmbacteriën. Daarnaast vermoeden onderzoekers (2010) dat een oorzaak van de toename aan voedselintoleranties ook de moderne hygiëne is. Dit en het gebruik van allerlei antibacteriële producten zou ertoe leiden dat we veel te weinig worden blootgesteld aan de goede bacteriën die ons beschermen tegen allergieën en overgevoeligheidsreacties omdat die ook door die antibacteriële producten worden gedood.

Intoleranties komen vaker voor bij deze voedingsmiddelen

Zoals gezegd zijn veel mensen gevoelig voor bepaalde voedingsmiddelen en hebben last van een voedselintolerantie of gevoeligheid zonder het zich bewust te zijn. Vermoeidheidsklachten kunnen daar heel goed een gevolg van zijn. Je merkt misschien niet meer dat je lichaam eigenlijk bepaalde voedingsmiddelen of stoffen niet goed verdraagt. De mate hiervan verschilt ook per persoon, afhankelijk van je genetische materiaal. Kinderen zijn vaker gevoelig voor pinda’s, noten, melk, vis of eieren. Volwassen zijn vaker gevoelig voor tarwe en gluten (vooral de gliadine), vis, schaal- en schelpdieren, soja, melkproducten en noten. Veel mensen reageren van nature dus niet heel goed op gluten, een eiwit in tarwe (en dus in brood, pasta, deegwaren en ook gebruikt als een bindmiddel in de voedingsindustrie waardoor het in veel producten te vinden is). Hier gaat het vaak vooral om de gliadines: gluten bestaan uit verschillende eiwitcomponenten waaronder gliadines. Bij een intolerantie ontketenen deze gliadines een auto-immuunreactie in het spijsverteringskanaal en zo kunnen ze de darmvlokken in de dunnen darm beschadigen. Wetenschapper Kenneth Fine heeft zich gespecialiseerd in onderzoek naar het effect van gluten. Hij stelt dat 81% van de bevolking in meer of mindere mate aanleg heeft voor een gevoeligheid of intolerantie voor gluten omdat ze een permanente lichte belasting vormen voor je spijsverteringssysteem. Daar merken de meeste mensen niets of nauwelijks iets van, tot ze anders gaan eten. Meerdere keren per dag en jarenlang de voedingsmiddelen eten waar je lichaam eigenlijk niet optimaal op reageert, kan uiteindelijk zorgen voor schade. Dr. Nicholas Perricone is een Amerikaanse dermatoloog en auteur van het boek Forever Young. Hij zag jarenlang dat veel van zijn patiënten die last van vermoeidheid en/of lichte chronische ontstekingen, deze klachten niet meer hadden nadat zij bepaalde voedingsmiddelen lieten staan waaronder voedingsmiddelen met gluten. Hij stelt dat deze voeding ontstekingsbevorderend kan werken.

Ook reageren veel mensen van nature niet heel goed op zuivelproducten en lactose, maar in de loop van de evolutie is melk van andere zoogdieren een belangrijk voedingsmiddel voor mensen geworden. Melk is van nature bestemd voor jonge zoogdieren: ze groeien er snel en gezond door en ze krijgen weerstand mee van hun moeder. Jonge zoogdieren, en ook kinderen, maken het enzym lactase aan. Dit enzym helpt om de lactose (melksuikers) om te zetten zodat het goed in het bloed kan worden opgenomen. Volwassenen kunnen steeds minder goed lactase aanmaken, en ontwikkelen zo eerder een intolerantie voor lactose. Door lactose wordt in de dunne darm extra vocht aangetrokken, waardoor de darm voller wordt en de substantie meer vloeibaar. Dit kan krampen en misselijkheid veroorzaken. In kleine hoeveelheden heeft lactose bij volwassenen die intolerant zijn nauwelijks negatieve effecten. Wanneer je een halve liter zuivel (melk, yoghurt, ijs, kaas) per dag binnenkrijgt kun je zeker wel negatieve effecten ervaren. Er zijn steeds meer wetenschappelijke onderzoeken die uitwijzen dat melk helemaal niet zo gezond is. Dr. Frank Oski is hoofd kindergeneeskunde aan de John Hopkins School of Medicine en stelt in zijn boek dat de helft van de Amerikaanse schoolkinderen een intolerantie of allergie ontwikkelt voor de eiwitten in koemelk. Deze allergische reacties uiten zich bijvoorbeeld als huidproblemen (acne, eczeem) of luchtwegklachten (astma), aldus Oski. De Amerikaanse Dr. Campbell bracht vele wetenschappelijke onderzoeken over de effecten van voeding op onze gezondheid bij elkaar en schreef er een boek over. Hij stelt naar aanleiding van deze onderzoeken dat melk niet gezond is en dat de consumptie van melk(producten) de kans op verschillende ziektes vergroot.

Hoe weet ik of voedselintoleranties de oorzaak zijn van mijn vermoeidheidsklachten?

De meest effectieve manier om te weten of voedselintoleranties de oorzaak zijn van vermoeidheidsklachten is dit te laten testen. Via de (huis)arts kun je je laten testen op ‘traditionele’ voedselallergie, ook wel voedselallergie type I genoemd. De ImuPro voedselintolerantie test die wij aanbieden geeft aan of het lichaam sensitief of intolerant is (geworden) voor bepaalde voedingsmiddelen en of voeding de oorzaak kan zijn van bepaalde klachten die je hebt (zoals vermoeidheid, maar ook diarree, winderigheid, duizeligheid, spijsverteringsklachten, hoofdpijn of huidklachten). Dit wordt ook wel voedselallergie type III genoemd of ook wel voedselintolerantie (en dus niet te verwarren met een allergie type I). Via een vingerprikje wordt het bloed geanalyseerd (via de nieuwste diagnostische technologieën en de ELISA methode, Enzyme-Linked Immunosorbent Assay) en worden specifieke IgG antilichamen gemeten tegen antigeen bestanddelen uit voedingsmiddelen, en dus de aanwezigheid van een immunologische reactie. Hoe werkt het concreet? Je krijgt een kit thuisgestuurd en via een klein vingerprikje stuur je wat bloed naar het laboratorium. Het bloed wordt uitgebreid getest op vele verschillende voedingsmiddelen en voedingsstoffen. De resultaten worden geëvalueerd en je krijgt via ons een uitgebreid rapport ‘op maat’. Hierin wordt een ‘klasse’ aangegeven (klasse 0: geen overgevoeligheid tot klasse 3-4: zeer sterke reactie tegen de betreffende voedingsmiddelen). Ook wordt specifiek aangegeven welke voedingsmiddelen je beter kunt vermijden en welke voedingsmiddelen je beter met mate kunt eten. Ook krijg je tips en (voedings)advies op maat. Als je gaat eten via dit advies krijgt je darmslijmvlies gelegenheid om zich te herstellen, klachten zullen afnemen en je krijgt veel meer energie.

Wil je een voedselintolerantie test laten uitvoeren?
Klik hier voor meer informatie over de voedselintolerantie test.

Laat een reactie achter en WIN!
Ben je vaak moe? Of welke andere klachten heb je? Wat zou je graag willen, of willen bereiken? Laat je reactie onder deze blog achter. Onder alle reactie verloten we eenmalig een Voedselintolerantie test (ImuPro 100) t.w.v. €229,95.

Referenties
– 2010 University of Michigan School of Public Health, sph.umich.edu
– Dr. Nicholas Perricone, Forever Young, Atria Books 2011
– Kenneth Fine M.D., enterolab.com
– Dr. T. Campbell, China Study, The: The Most Comprehensive Study of Nutrition Ever Conducted and the Startling Implications for Diet, Weight Loss and Long-term Health. Ben Bella Books, 2006
– Frank A. Oski, Don’t Drink Your Milk! TEACH Services, Inc.; 3 edition, 2013
– Berstad A, Undseth R et al. Functional bowel symptoms, fibromyalgia and fatigue: A food-induced triad? Scand J Gastroenterol. Sep 2012; 47(8-9): 914–919.
– Dominus S. The Allergy Prison. New York Times. June 10, 2001.
– Soderholm JD, Perdue MH. Stress and the gastrointestinal tract II. Stress and intestinal barrier function. Am J Physiol Gastrointest Liver Physiol. 2001;G7-G13.
– Weight Problems and Food Allergies Type III Application Study Imupro300, 2009 Evomed Medizin Serice GmbH
– Leo Galland, MD, Power Healing: Using the New Integrated Medicine to Cure Yourself. Random House USA Inc, 1998

Prikkelbare Darm Syndroom Symptomen en Voeding advies

Veel Nederlanders hebben regelmatig last van klachten als verstopping, diarree, een opgeblazen en vol gevoel of buikpijn ofwel Prikkelbare Darm Syndroom (PDS). Volgens de officiële cijfers van het Nederlands Huisartsen Genootschap komt PDS bij 15 tot 20% van de vrouwen en 5 tot 20% van de mannen voor. De diagnose wordt vaak gesteld, maar dat maakt nog niet duidelijk wat de oorzaak nou is. In dit artikel kun je lezen over de verschillende symptomen en oorzaken van Prikkelbare Darm Syndroom. Ook geef ik gerichte voedingsadviezen om klachten te voorkomen en verminderen.

Prikkelbare Darm Syndroom

Bij het Prikkelbare Darm Syndroom, of Irritable Bowel Syndrome (IBS), spastisch colon of spastische darm, verergeren klachten vaak in stressvolle periodes, na een antibioticakuur of, bij vrouwen, rond de menstruatie. Het is een chronische aandoening van het spijsverteringskanaal (en dus niet alleen in de darmen zoals je uit de naam zou afleiden). Het lichaam heeft als het ware moeite met de spijsverteringsbewegingen in de slokdarm, maag en/of darmen. PDS komt alleen voor onder volwassenen. In westerse landen komt PDS meer voor (gemiddeld 6-22%) dan in Oosterse landen (gemiddeld 2-17%), zo blijkt uit verschillende data. Uit meerdere onderzoeken blijkt daarnaast dat PDS bij vrouwen vaker voorkomt dan bij mannen. Uit een analyse in 2010 (Adeyemo) bleek daarnaast dat vrouwen vaker last hebben van klachten als buikpijn en obstipatie, terwijl mannen juist vaker diarree gerelateerde klachten hebben. Hieruit zou kunnen blijken dat vrouwelijke hormonen invloed hebben op de mate van PDS, ook omdat uit deze analyse is gebleken dat zowel vrouwen met PDS als gezonde vrouwen meer van onderstaande symptomen hadden tijdens de menstruele cyclus.

Symptomen van Prikkelbare Darm Syndroom

Volgens de officiële standaard (NHG-standaard) worden de symptomen van PDS omschreven als terugkerende klachten van buikpijn of het hebben van een onaangename sensatie in de buik gedurende minstens drie dagen per maand. De symptomen die het meeste voorkomen bij PDS zijn buikpijn in combinatie met diarree, verstopping of beiden. Ook kun je last hebben van winderigheid, boeren of een vol en opgeblazen gevoel. Sommige mensen hebben vooral last van de dikke darm of maag, andere hebben klachten in het hele spijsverteringsstelsel. De verschillende klachten kunnen ook gepaard gaan met hele andere klachten zoals hoofdpijn, vermoeidheid, slaapstoornissen, vaker moeten plassen, weinig energie, pijn in de onderbuik tijdens seks (bij vrouwen), verlies van libido, misselijkheid, angsten, depressie en verlies van eetlust.

Hieronder de verschillende plaatsen in het lichaam en symptomen waar je afzonderlijk of in combinatie last van kunt hebben.
Dikke darm 

  • Pijn aan de rechterkant van de onderbuik, bijvoorbeeld helemaal onderin de buik of net onder de ribben en soms straalt dit uit naar de oksel. Soms ebt dit gevoel wat weg na de stoelgang, en soms niet.
  • Verstopping of diarree of dit afgewisseld
  • Overmatige winderigheid
  • Aandrang om naar de wc te gaan tijdens het eten
  • Aandrang om naar de wc te gaan die je totaal kan overvallen
  • Buikpijn en verandering in de stoelgang

Dunne darm

  • Rommelende geluiden in de darm
  • Een opgeblazen gevoel in de buik
  • Gevoelig aanvoelende buik.

Endeldarm

  • Korte stekende pijn in de endeldarm
  • Het gevoel dat de darmen niet leeg zijn na de stoelgang (dit symptoom blijkt ook uit onderzoek 2007, Ersryd A et al).
  • Per ongeluk wat ontlasting verliezen

Maag

  • Maagpijn (en geen sprake van een maagzweer)
  • Je snel vol voelen tijdens het eten of je heel erg vol voelen na het eten

Slokdarm

  • Maagzuur (oprispingen)
  • Af en toe komt er eten in je slokdarm
  • Pijn bij het slikken
  • Gevoel of er een prop in je keel zit

Vlak na de stoelgang kunnen de klachten wat minder zijn. De symptomen kunnen na een tijd ook veranderen en soms verergeren of ook minder worden.

Oorzaken van Prikkelbare Darm Syndroom

Nadat je een hap voeding in je mond hebt gestopt komt deze, na het kauwen, in je maag terecht. Hier wordt het voorbewerkt. Je maag stuurt de voeding vervolgens naar de twaalfvingerige darm, gevolgd door de dunne darm. Hier worden alle voedingsstoffen die je lichaam nodig heeft uit de voeding gehaald. Het niet verteerde eten wordt naar de dikke darm gestuurd waar het verder verwerkt wordt tot ontlasting. Bij een gezonde spijsvertering wordt het eten met behulp van spiersamentrekkingen door je gehele spijsverteringskanaal geleid. Van deze zogenoemde peristaltische bewegingen voel je normaal niets, maar als de bewegingen geen gezond patroon hebben kun je last krijgen van PDS.

Het is nog steeds niet duidelijk wat de medische oorzaak van PDS precies is. De Maag Lever Darm Stichting stelt dat het waarschijnlijk een combinatie van factoren is. In ieder geval spelen een extra gevoelige darmwand een rol en/of een verstoorde (spastische) beweging van de darm. Uitbarstingen van PDS kunnen worden uitgelokt door verschillende factoren zoals bepaalde voeding, allergieën of stress. Het lijkt te kunnen ontstaan als gevolg van een darminfectie (voedselvergiftiging). De darmen van mensen met PDS kunnen onregelmatige en wisselende bewegingen maken waardoor verstopping of juist diarree kan ontstaan. Er kan een abnormale verwerking van prikkels in het maagdarmkanaal en mogelijk ook in de hersenen zijn, hierdoor nemen mensen met PDS de pijn in de darmen eerder waar dan andere mensen. Hier wordt nog onderzoek naar gedaan, aldus de Maag Lever Darm Stichting. Uit wetenschappelijk onderzoek (2002) blijkt dat PDS vaak voorkomt in combinatie met andere aandoeningen waarbij pijn een belangrijke rol speelt (fibromyalgie, chronisch vermoeidheidssyndroom en chronische bekkenpijn). Dit wordt ondersteund door andere onderzoeken waaruit bleek dat PDS vaak voorkomt in combinatie met endometriose (Meurs-Szojda et al, 2010), migraine (Cole et al, 2006) en fibromyalgie (Cole et al, 2006).

Bij mensen die last hebben van PDS zijn er geen afwijkingen te zien in de organen en weefsels van het spijsverteringskanaal, er zijn geen ontstekingen te zien. PDS is dus geen darminfectie (zoals de Ziekte van Crohn dat wel is).

Wat maakt de klachten erger?

De Maag Lever Darm Stichting stelt dat verkeerde voeding de klachten van PDS kunnen verergeren, lees hierover onder het kopje ‘voedingsadviezen’. Daarnaast is het duidelijk dat stress, angst, depressie, sterke emoties, spanningen en nervositeit de PDS klachten kunnen verergeren. Het is vaak het resultaat van een combinatie van zowel lichamelijke als geestelijke factoren.

Stress
De maag- en darmwand bestaan uit verschillende zenuwcellen die weer verbonden zijn met de hersenen. Psychische stress kan er zo voor zorgen dat de spieren van het spijsverteringskanaal spasmen krijgen en dat kan leiden tot klachten. Wetenschappelijk onderzoek (2004) toont aan dat bij ongeveer de helft van de mensen met PDS deze is ontstaan na een heftige gebeurtenis in hun leven. Ontslag, een traumatische gebeurtenis, echtscheiding of het verliezen van een dierbare. Het kan ook een grote verandering zijn waar je zelf voor hebt gekozen zoals een verhuizing of verandering van baan. Ook hiermee kan (onbewust) spanning gepaard gaan en dat kan klachten verergeren of zelfs veroorzaken. Psychologische stress kan de oorzaak zijn van het begin van PDS.

Wanneer je last hebt van PDS is het dus belangrijk goed om te leren gaan met stress en stressvolle situaties, leren over tijdmanagement, yoga, ademhalingstechnieken en meditatie kunnen hier allemaal bij helpen. Natuurlijk overkomen sommige stressvolle situaties ons in het leven, maar hoe we hier mee om gaan kan wel verschil maken.

Angst
Zoals gezegd lijken mensen die aan PDS lijden extra gevoelige pijnreceptoren in het spijsverteringskanaal te hebben. Dat kan te maken hebben met een afwijkend serotoninegehalte, een neurotransmitter die een rol speelt bij de spijsvertering en gemoedstoestand. Dit zou ook een verklaring zijn voor het feit dat mensen met PDS vaker dan gemiddeld last hebben van angst en depressie, zo blijkt uit onderzoek (2005). Onderzoekers in 2003 onderzochten 188 patiënten met PDS, hiervan had 73,9% een psychiatrische stoornis. 58% van deze groep had een angststoornis en 33,5% aan een stemmingsstoornis. Van de patiënten met de angststoornis had 77,1% die stoornis al voordat de symptomen van PDS optraden. Van de patiënten met de stemmingsstoornis was dat ook het geval bij 60,3%. Uit dit onderzoek zou je dus kunnen concluderen dat PDS in sommige gevallen een gevolg is van psychologische problemen en niet de oorzaak daarvan. Wel bleek uit onderzoek (2006) dat de kans op depressie 40% groter is bij mensen met PDS, dan bij mensen die deze aandoening niet hebben.

Voedingsadviezen om klachten te voorkomen en verminderen

De Maag Lever Darm Stichting stelt dat verkeerde voeding de klachten van PDS kunnen verergeren. Meestal geeft een vezelarme of eenzijdige voeding verergering van de klachten. Bij sommige mensen kunnen de klachten juist verergeren door het eten van te veel vezels in één keer. Sommige mensen zijn gevoelig voor bepaalde voedingsmiddelen of hebben allergieën. Voedingsgewoonten zijn meestal niet de oorzaak van PDS, maar spelen wel een rol bij de verergering van klachten.

Eet deze boosdoeners liever niet:

  • Kunstmatige zoetstoffen
  • Fructose
  • Vet eten
  • Melkproducten
  • Chocolade
  • Alcohol
  • Frisdrank
  • Cafeïne
  • Tarwe
  • Champignons, peulvruchten, uien, prei, spruiten (wanneer je last hebt van gasvorming of een opgeblazen gevoel).
  • Te veel vruchtensap kan gisting geven met gasvorming als gevolg. En dat gaat ook op voor te veel rauwkost, te veel fruit en te veel suiker of suikerrijke producten.

Ook te snel eten of te veel eten kan klachten verergeren.

Tijdens een ‘PDS-aanval’ eten mensen vaak minder goed en daarnaast kan het lichaam op dat moment minder goed voeding opnemen. Hierdoor kunnen tekorten aan vitamines en mineralen in het lichaam ontstaan, wat klachten weer kan verergeren. Het is dus extra belangrijk om tijdens een PDS-aanval gezond, volwaardig en regelmatig te eten.

Wat eet je juist wel?

  • Een kleine hoeveelheid gezonde vetten bij iedere maaltijd. Door wat gezonde vetten (van vis of avocado bijvoorbeeld) toe te voegen aan elke maaltijd blijft het voedsel langer in de maag waardoor het langzamer door het maag-darmkanaal gaat (H. de Lint, 2001).
  • Drink minimaal twee liter water per dag, vooral bij een vezelrijk dieet of wanneer je vooral last hebt van obstipatie.
  • Eet vezelrijk (maar bouw dit langzaam op), een goede bron van vezels zijn bijvoorbeeld groene smoothies.
  • Geelwortel is een kruid dat traditioneel wordt gebruikt tegen buikpijn, spijsverteringsstoornissen en overmatige gasvorming (Saunjo L et al, 2001).
  • Veel mensen met PDS hebben baat bij pepermuntolie als supplement. Dit helpt als natuurlijke spierontspanner. Bij recent onderzoek onder 110 mensen met PDS hadden degenen die 15 tot 20 minuten voor het eten één capsule gebruikten, binnen een maand minder last van een opgeblazen gevoel, diarree en buikpijn. Belangrijk is wel om een supplement met een beschermlaag te kiezen zodat de olie pas in de darmen vrijkomt. Pepermuntthee kan de klachten juist verergeren.
  • Extract van artisjokblad kan helpen bij buikpijn, krampen, gasvorming, winderigheid, obsitipatie, diarree, drang om naar de wc te gaan, opgezette buik, slijm bij de ontlasting en het gevoel dat de darmen niet leeg zijn na toiletbezoek (Saunjo et al, 2011).

Dit is een samenvatting van een uitgebreid artikel over dit onderwerp op de ledenwebsite van het Maximale Gezondheidsprogramma. Wanneer je persoonlijk advies wilt op het gebied van voeding en levensstijl gericht op bepaalde klachten die je misschien hebt, zoals PDS, of persoonlijke begeleiding voor meer energie of een gezond gewicht, dan kun je eens kijken of dit programma iets voor je is. Via een uitgebreide hormoonanalyse, persoonlijke coaching en advies op het gebied van gezondheid, voeding en beweging begeleiden we je graag naar meer energie en een gezond(er) lichaam.

Referenties
– Ersryd, A., Posserud, I. et al. Subtyping the irritable bowel syndrome by predominant bowel habit: Rome II versus Rome III, 2007. Alimentary, Pharmacology and Therapeutics, 26, p. 953-961.
– Olafsdottir, L.B., Gudjonsson, H et al. Stability of the irritable bowel syndrome and subgroups as measured by three diagnostic criteria – a 10 year follow up study, 2010. Alimentary, Pharmacology and Therapeutics, 32, p. 670-680.
– Adeyemo, M.A., Spiegel, B.M.R. & Chang, L. Meta-analysis: do irritable bowel syndrome symptoms vary between men and women? (2010) Alimentary, Pharmacology and Therapeutics, 32, p.738-755.
– Drossman D A, Camilleri M et al. AGA technical review on irritable bowel syndrome. Gastroenterology. 2002;123(6):2108–2131. – Meurs – Szojda, M.M., Mijatovic, V. et al, 2010. Irritable bowel syndrome and chronic constipation in patients with endometriosis. Colorectal Disease, 13, p. 67-71.
– Cole, J.A., Rothman, K.J. et al, 2006. Migraine, fibromyalgia and depression among people with IBS: a prevalence study. BioMedCentral Gastoenterology, 6:26.
– Delveaux M, Beck A et al. Effect of asimadoline, a kappa opioid agonist, on pain induced by colonic distension in patients with irritable bowel syndrome. Aliment Pharmacol Ther. 2004 Jul 15;20(2):237-46.
– Kasper DL, Braunwald E et al. Harrison’s Principles of Internal Medicine. 16th ed. New York, NY: McGraw-Hill; 2005. pp. 1947–1949.
– Sykes, M.A., Blanchard, E.B et al, 2003. Psychopathology in irritable bowel syndrome: support for a Psychophysiological Model. Journal of Behavioral Medicine, 26 (4).
– H de Lint. De natuurlijke gezondheidswijzer. Praktische voedingsadviezen om gezond te blijven. Baarn: uitgeverij De Kern, 2001. – Saunjo, L. Y, Grundmann, O et al, 2011. Management of Irritable Bowel Syndrome (IBS) in Adults: Conventional and Complementary / Alternative Approaches. Alternative Medicine Review, 16 (2), p. 134-151.

Mannelijke kaalheid tegengaan

Veel mannen krijgen vroeger of later te maken met alopecia androgenetica, ofwel kaalheid. Het is een natuurlijk proces dat bijvoorbeeld wordt beïnvloedt door erfelijkheid, hormoonhuishouding, leeftijd en ras. Dat het veel voorkomt betekent niet dat het psychisch geen impact kan hebben om je haar (plaatselijk) te verliezen. In dit artikel lees je meer over de oorzaak, over factoren die het proces beïnvloeden en hoe je kaalheid eventueel kunt tegengaan of vertragen.
Mannelijke kaalheid tegengaan

In dit artikel:

Er is een verschil tussen haaruitval en kaalheid, pas bij een verlies van 70% van het haar ontstaat kaalheid. Haaruitval kan verschillende oorzaken hebben zoals hormonen (veel bij vrouwen), medicijnen, ernstige stress of een ziekte, maar in dit artikel gaan we in op kaalheid bij mannen die veelal veroorzaakt wordt door erfelijke aanleg. Mannelijke kaalheid wordt ook wel androgenetische alopecia of alopecia androgenetica genoemd. De haren vallen uit zonder dat dit heel erg waarneembaar is, en dat leidt uiteindelijk tot kaalheid. Alopecia androgenetica is de meest voorkomende vorm van haaruitval (zowel bij mannen als bij vrouwen, al komt het bij vrouwen minder vaak en in een lichtere vorm voor). Het is een natuurlijk proces en wordt bijvoorbeeld beïnvloedt door erfelijkheid, hormoonhuishouding, leeftijd en ras. De kans op kaalheid is groter wanneer het ook in de familie voorkomt.

Veel mannen krijgen er uiteindelijk mee te maken. Een vijfde van de mannen is op twintig jarige leeftijd kaal, 40% op zijn veertigste en 70% van de mannen op zeventigjarige leeftijd. Onderzoek in 2001 (Ellis JA, Stebbing M) bevestigt dat 80% van de mannen op tachtigjarige leeftijd hier mee te maken heeft. Je kunt dus op je veertigste nog een volle haardos hebben en op je vijftigste kalend zijn. Vaak begint het bij mannen al voor hun veertigste jaar en wordt ook wel gezien als vroegtijdige haaruitval. Wanneer mannen op latere leeftijd kaal worden wordt dat involutie alopecia genoemd, ook dit is erfelijk bepaald, maar onderdeel van het verouderingsproces op latere leeftijd. Het zorgt voor verlies van de haarzakjes waar geen behandeling voor is. De haaruitval begint bij mannen vaak met inhammen aan beide kanten van het voorhoofd en een kalende plek op de kruin. De plekken groeien langzaam naar elkaar toe zodat haar bovenop het hoofd verdwijnt. De haren zijn eigenlijk niet verdwenen, maar vervangen door kort, dun en donsachtig lichaamshaar, ook wel vellushaar genoemd. Dit groeit op veel plaatsen van het menselijk lichaam en is meestal niet langer dan een millimeter of 2 a 3. Het vellushaar verdwijnt ook op den duur, maar pas in een veel later stadium. Bij sommige mannen blijft het hierbij en zij verliezen alleen haar op bepaalde plekken, en sommige mannen worden helemaal kaal.

Hoe ontstaat kaalheid?

De mannelijke geslachtshormonen (androgenen) spelen een rol bij het ontstaan van kaalheid, zo blijkt uit verschillende wetenschappelijke onderzoeken (bv Hillmer AM, Hanneken S, 2005). De haarzakjes kunnen onder invloed van androgenen groter of kleiner worden. Bij alopecia androgenetica is er een gevoeligheid van de haarzakjes voor androgene steroïden, dat is genetisch bepaald. Testosteron en omzettingsproducten daarvan bevorderen de verschrompeling van het haarzakje. De groeifase van de haar wordt korter, terwijl de haargroeicyclus sneller wordt en dus zijn de haarzakjes eerder ‘opgebruikt’. De normale haarzakjes veranderen, vooral in de hoeken op het voorhoofd, de inhammen, en op de kruin in minihaarzakjes waar kleine en fijne haartjes van verschillende lengtes en diameters (vellusharen) uitgroeien. Er is dus nog wel haar, maar het wordt in de volgende groeifases dunner en lichter en voor het oog ziet dat er kaal uit. Tot er veel later echt geen haar meer uit het haarzakje komt en het echt een kale plek is.

Het hormoon dihydrotestosteron (DHT) speelt een belangrijke rol in dit proces. Dit is een actieve stof die in de cel wordt gemaakt uit testosteron met behulp van het enzym 5-alpha-reductase. Wanneer mannen een hoge 5-alpha-reductase activiteit hebben kunnen ze al vroeg kaal worden. Haarverlies en mannelijke kaalheid ontstaan door een disbalans tussen testosteron, het mannelijke geslachtshormoon, en DHT (dihydrotestosteron). Deze verandering van de haarfollikels is een geleidelijk proces. Dit proces is tot op zeker hoogte wel omkeerbaar, maar het is dan wel belangrijk om vroeg met de behandeling te beginnen. Nog voordat de haarzakjes onherstelbaar beschadigd zijn. Binnen dertig maanden na het begin van de haaruitval zijn de haarfollikels al flink beschadigd.

Factoren die meespelen bij haarverlies

  • Tekort aan voedingsstoffen
    Nummer één oorzaak van haaruitval bij vrouwen onder de vijftig is voeding (bij 30% van de vrouwen). Bijvoorbeeld door een tekort aan vitaminen en mineralen zoals ijzer. Maar ook bij mannen kan een tekort aan voedingsstoffen een factor zijn die dit proces beïnvloedt. Literatuuronderzoek in Engeland stelt dat in dat geval het aminozuur L-Lysine de onbalans kan herstellen waardoor het haar na een aantal maanden weer wat voller wordt (University of Portsmouth 2002), dit onderzoek is gedaan onder vrouwen. Zij reageerden ook goed op ijzersuppletie. De onderzoekers waarschuwen wel dat overmatig gebruik van deze vitamines en mineralen juist haarverlies kan veroorzaken en dat het dus belangrijk is de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid niet te overschrijden. Uit dit onderzoek bleek ook dat het veelvuldig gebruik van shampoo geen enkel negatief effect heeft op het proces (iets waar wel veel mannen bang voor zijn zo stelt de onderzoeker). Voor de vorming van nieuw haar zijn de vitaminen A, E, F, B1, B5, B12 en pantotheenzuur van belang. Net als mineralen als ijzer, zink en selenium. Ook een overdosering van vitamine A kan juist zorgen voor haaruitval, neem dus niet meer dan de ADH. Biotine wordt ook vaak genoemd voor een gezonde haarstofwisseling, al zijn er nog geen wetenschappelijke studies te vinden die deze werking ondersteunen. Dit is een co-enzym dat een rol speelt bij verschillende biochemische reacties in het lichaam. Het zit vooral in sla, lever en eiwit. Door verkeerde voeding of een gebrekkige opname door de darm (of medicijngebruik) kun je een tekort hebben aan verschillende vitamines en mineralen zoals biotine. Biotine zou een positief effect hebben bij alopecia androgenetica wanneer je 2,5 mg biotine per dag voor een jaar of langer slikt. Biotine zit ook in noten en dan vooral in hazelnoten, amandelen, zonnebloempitten en pinda’s (Hoppner K, Lampi E, 1994). Een gezond voedingspatroon zorgt ervoor dat je zo veel mogelijk goede vitamines en mineralen binnenkrijgt, en gezonde darmen zorgen ervoor dat je deze voedingsstoffen ook optimaal kunt opnemen wat zeker bijdraagt aan een vermindering van haaruitval.
  • Stress
    Haaruitval kan verder veroorzaakt worden of erger worden door stress, het gebruik van medicijnen, erfelijkheid, huidafwijkingen of roken. Stress kan als factor meespelen bij haaruitval, zo zegt ook de arts Daniel Hall-Flavin van de Mayo Clinic. Ook zijn er verschillende studies die aantonen dan stress een negatief effect kan hebben op de haargroei en ervoor kan zorgen dat het proces van haarverlies kan versnellen (Arck PC, Handjiski B 2001 en 2003). Ook uitgeputte bijnieren kunnen voor haaruitval zorgen. Lange periode van stress zijn de primaire oorzaak van uitgeputte bijnieren, door heftige omstandigheden in je leven zoals financiële problemen, scheiding, problemen op werk of door mentale stress of angsten. Het lichaam reageert met de productie van het stresshormoon cortisol, de bijnieren produceren daarnaast ook wat testosteron en oestrogeen. Hierdoor kan je hormonale systeem uit balans raken en je lichaam op den duur uitgeput. Het verstoort de leverfunctie en vertraagt de stofwisseling waardoor het lichaam op den duur voedingstoffen (zoals mineralen en glucose) aan de delen van het lichaam gaat onttrekken die het ‘minder’ hard nodig hebben om zo de organen te blijven voeden. En haaruitval kan hiervan een gevolg zijn. Haaruitval door stress kan ook wijzen op alopecia areata, een ziekte van de haarwortels. Alopecia areata kan ook worden veroorzaakt door ontstekingen.

Mannelijke kaalheid tegengaan

Of en hoe alopecia androgenetica behandeld wordt, hangt af van factoren als leeftijd, de psychische belasting en de mate van kaalheid. De behandeling kan bijvoorbeeld gericht zijn op het voorkomen van toename van kaalheid. In de reguliere geneeskunde worden ook wel medicijnen voorgeschreven zoals Amenixil. Een ander middel is Minoxidil, bijvoorbeeld in lotionvorm. Dit is eigenlijk een vaatverwijder en wordt gebruikt bij de behandeling van hoge bloeddruk. Waarom het precies de haargroei versterkt is niet helemaal duidelijk, maar het stimuleert bestaande haren in hun groei en vertraagd verdere uitval. Als je stopt met smeren ben je binnen een paar maanden weer terug bij af. Een ander middel is Finasteride, al staat dit middel in Nederland niet als middel tegen kaalheid geregistreerd (wel als middel tegen prostaatvergroting) maar bijvoorbeeld wel in Duitsland. Dit middel remt het enzym 5-alpha-reductase en dus ook de omzetting van testosteron in dihydrotestosteron. Het vertraagt dus niet de haaruitval maar zet het proces in sommige gevallen stop. Het werkt via de hormonen, maar heeft geen invloed op de werking van testosteron zelf. Er zijn weinig bijwerkingen, maar bijvoorbeeld wel mogelijke potentiestoornissen en libidoverlies. Net als bij Minoxidil geldt, als wordt gestopt met het middel ben je binnen een paar maanden weer terug bij af. Sinds een jaar of veertig worden er ook haartransplantaties uitgevoerd. Hierbij wordt een deel van het aanwezige eigen haar op de zij- en achterkant onder plaatselijke verdoving getransplanteerd naar de kale hoofdhuid.

Ook zijn er kruiden die kunnen helpen om haargroei te bevorderen. Er zijn stoffen die de activiteit van het enzym 5-alpha-reductase remmen, zoals het kruid Saw Palmetto. Dit kruid heeft wel in sommige gevallen wel mogelijke bijwerkingen, het kan in plaats van het testosteron omzetten naar DHT, het testosteron omzetten naar oestrogeen wat mogelijk kan zorgen voor vrouwelijke borstvorming en een lager libido. De kans hierop is groter op momenten van drukte of stress. Saw Palmetto in combinatie met een oestrogeenremmer (DIM) kan het kaalwordingsproces vertragen en in sommige gevallen zelfs een tijd stilzetten. Er zijn alleen nog tientallen kleinschalige wetenschappelijke onderzoeken te vinden die de werking van Saw Palmetto ondersteunen, één (2004) waarbij dit kruid bij 6 op de 10 mannen zorgde voor toename van de haargroei (deze mannen hadden beginnend of gemiddeld last van alopecia androgenetica). En een ander onderzoek dat aantoonde dat het gebruik van lotion met extract van Saw Palmetto zorgde voor 35% meer volume van het haar (2009).

Verder wordt het Chinese kruid Ho Shou Wu of ook wel He Shou Wu or Fo-Ti (Polygonum Multiflorum) al eeuwenlang gebruikt als middel tegen haarverlies. Dit kruid zou veel antioxidanten bevatten en zo de hoofdhuid van essentiële voedingsstoffen voorzien en de doorbloeding stimuleren voor optimale haargroei. Er zijn een redelijk aantal gepubliceerde klinische studies die de werking van dit kruid tegen haaruitval en trage haargroei ondersteunen (bijvoorbeeld Park HJ, Zhang N, 2011).

Op onze ledenwebsite van het Maximale Gezondheidsprogramma kun je meer lezen over dit onderwerp. Wanneer je persoonlijk advies wilt op het gebied van voeding en levensstijl of persoonlijke begeleiding voor meer energie of een gezond gewicht, dan kun je eens kijken of dit programma iets voor je is. Via een uitgebreide hormoonanalyse, persoonlijke coaching en advies op het gebied van gezondheid, voeding en beweging begeleiden we je graag naar een gezond(er) lichaam.

Referenties
– Ellis JA, Stebbing M et al. Polymorphism of the androgen receptor gene is associated with male pattern baldness. J Invest Dermatol 2001.
– Feiten over Haar, Jannes van Everdingen en Georgie Dom, Uitgeverij Tirion 2002
– Hillmer AM, Hanneken S et al. Genetic variation in the human androgen receptor gene is the major determinant of common early-onset androgenetic alopecia. Am J Hum Genet. 2005 Jul:77(1): 140-8.
– Rushton DH. Nutritional factors and hair loss. Clin Exp Dermatol. 2002 Jul:27(5):396-404.
– Hoppner K, Lampi E et al. Biotin content in vegetables and nuts available on the Canadian market. Food Research International 27, 1994:495-497.
– Arck PC, Handjiski B. Stress inhibits hair growth in mice by introduction of premature catagen development and deleterious perifollicular. Am J Pathol. Mar 2003; 162(3): 803-814.
– Arck PC, Handjiski B. Indications for a ‘brain-hair follicle axis (BHA)’: inhibition of keratinocyte proliferation and upregulation of keratinocyte apoptosis in telogen hair follicles by stress and substance P. 2001
– Prager N, Bickett K et al. A randomized, double-blind, placebo-controlled trial to determine the effectiveness of botanically derived inhibitors of 5-α-Reductase in the Treatment of Androgenetic Alopecia. 2004.
– Sundaram Murugusundram. Serenoa Repens: Does it have any role in the management of androgenetic alopecia? J Cutan Aesthet Surg. 2009 jan-jun; 2(1): 31-32.
– Park HJ, Zhang N et al. Topical application of Polygonum multiflorum extract induces hair growth of resting hair follicles through upregulating Shh and β-catenin expression in C57BL/6 mice. J Ethnopharmacol. 2011 May 17;135(2):369-75.